Sousse

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Sousse image

Sousse

Sousse
Tunesië
Erikebbinge

portret van tunesie'

Ongelooflijk avontuur in gelovig land...


SOUSSE - Voor het eerst naar Tunesië. Een ander land, andere gewoontes. Het jachtige bestaan van de Westerling wordt meteen de kop ingedrukt, mede door de verzengende hitte.
Dat begint al op Monastir, de plaats waar geland wordt. De agent achter de balie is kennelijk met privé-zaken bezig want hij schiet geen meter op. We hebben geboekt in 'Appart Hotel Sindbad Center' in een ‘rommelige omgeving’. Je kijkt je ogen uit. Alles wat rijden kan rijdt hier op de weg. Rond het hotel is het een zootje: zwerfvuil, zwerfkatten en zwervers. Voor het hotel ligt een braak liggend stuk grond. Er wordt veel gebouwd maar niets komt af. Aan de overkant van de drukke weg, bij het strand, zijn strohutjes. Op een kruispunt is een politiepost ingericht, bestaand uit een tent, een telefoon en een bed. Bussen rijden er wel maar je weet niet waarheen. De trein rijdt dwars over een terras. Welkom in een andere wereld. Tunesië is voor Oosterse begrippen een gematigd islamitisch land. Het geloof is er niet zo streng. Toch zijn er regels. Zo mag je gebouwen waar een vlag op staat niet fotograferen. Gesluierde vrouwen evenmin. Maar aan de andere kant: alles kan en mag. Niemand stopt voor een rood verkeerslicht. De opgehaalde vuilnis wordt langs de weg gedumpt. Het hotel is redelijk. Dat is nog positief uitgedrukt. De wc-bril is stuk. Dit oorzaak blijkt een fabrieksfout, waar heel Tunesië last van heeft. Het kraanwater is of geel gekleurd of je hebt geen water. Ach, maar het zonnige strand maakt veel goed. Er is een speciaal strand voor de hotelgasten. Ze lopen hier met van alles te venten. (bananen, kranten, meloen, enz.) Er is verder weinig te beleven op het strand. Een keer spoot er water omhoog. Dit bleek water van de riolering. En wat doen de Tunesiers?. Die leggen hun handdoekje verderop. Je kunt met de kamelenkaravaan mee. Dat gaat dan in optocht (met ezels, paarden en kamelen) dwars door de stad en de sahara van Hammam-Sousse. Over kamelen gesproken. Is er op het strand weinig vertier, in de stad Sousse wel. Zoals de Kamelenmarkt. Net als bij onze vlooienmarkt zonder vlooien de Kamelenmarkt is zonder kamelen. Wel namaak. "Kijken, kijken, niet kope..." is het hier het motto. Afdingen is hier de sport. En als je doorloopt word je in onvervalst Nederlands voor alles uitgemaakt. Wil je het echte Tunesië leren kennen dan moet je verder het land in. Wij kozen voor de dagexcursie. Van Sousse naar de rand van het zand, de echte Sahara. Onderweg langs miljoenen olijfbomen en dwars door de heilige plaats Kairouan. Midden in het verlaten land, bij El Djem, doemt ineens een groot middeleeuws amfitheater op. Er wordt ons weinig tijd gegund om deze uitgebreid te bezoeken. Gabes is een oase waar we door een koetsier ("allemachtig tachtig is prachtig" doorheen worden gescheurd. In Matmata zijn holwoningen. De bewoners willen geen moderne huizen, toch ontdekken we dat er stopcontacten zijn. We bevinden ons op de grens tussen de stenen woestijn en de zanderige Sahara. We zien steeds meer kamelen. En uiteraard gaan we zelf ook op het dier met de bulten. Het leven speelt zich voornamelijk op straat af. In het café mogen alleen mannen komen, die naast drinken aan de waterpijp lurken730 kilometer duurde de tocht maar wat een indrukken.
Maar dit alles valt in het niet bij de ontmoeting met een plaatselijke inwoner die we op het strand ontmoet hebben. We mogen het huis van onze ‘vriend’ zien. De huizen blijken groter dan verwacht. Achter een gordijn (de buitendeur) is een groot binnenplein met eromheen allemaal kamers waar de familieleden wonen. Na een bezoek aan een disco gaat hij te ver. De Tunesier wil ons alles laten betalen. Dan komt de armoede van de mensen boven. Dat ondervinden ook in de overdekte winkelstraten (Soukhs). Er wordt van alle kanten aan ons getrokken. Een slager heeft hier de koeienkoppen op straat liggen. Op vrijdag is hier de heilige dag maar voor toeristen gaan de deuren wagenwijd open. Want geld stinkt niet. Dankzij onze Tunesische vriend maken we een onvergetelijke Tunesische avond mee. Een concert van de ‘beste zanger van Tunesië’ in de openlucht. Vier Nederlanders in een zaal vol Afrikanen. We krijgen een koninklijke behandeling. We gaan zelfs onder politiebegeleiding naar de wc. Het nationale gerecht van het land is Couscous. Maar ook de briks (gevuld deeg) is niet versmaden. De Tunesische keuken is niet slecht, de prijs een prikje maar de hygiëne laat veel te wensen over. Zo eten we in een restaurant waar de kok nog nooit van bestek heeft gehoord en zelf een smerig schort aan heeft. We doen nog een culinaire ontdekking, de cactussen langs de wegen blijken eetbaar. Bier is nauwelijks verkrijgbaar. Vanwege het ....geloof. De neuzen van de Tunesiërs mogen dan vijf keer per dag naar Mekka staan, niet iedereen doet hier aan mee.