Kilimanjaro
Op de flanken van de Kilimanjaro.
Ik blijf nog even in de tent zitten, nadenkend over wat er zojuist is gebeurd. Ik besef dat ik de juiste beslissing heb genomen maar het heeft even tijd nodig om te bezinken. Het gaat tenslotte om je leven. Tien minuten hiervoor was de reisbegeleidster m'n tent ingekomen. Voorzichtig had ze gevraagd hoe het met me ging. Op dat moment niet goed want ik had net twee keer overgegeven. Maar, probeer ik nog, als het morgenochtend beter gaat wil ik het nog wel proberen. Het antwoord komt als een kleine mokerslag maar ook weer niet geheel onverwacht. "Nee', zegt ze "je gaat niet verder mee. Morgenochtend vroeg ga je naar beneden". Ik zet meteen de knop om. Dit was het dan. Niet naar de top.
Drie dagen eerder was ik nog vol energie en enthousiasme. Ik zou eindelijk een droom gaan waarmaken. Twintig jaar daarvoor had ik vanuit Amboseli in Kenia naar de Kilimanjaro staan kijken en me afvroeg hoe het zou zijn om vanaf de top over Afrika uit te kijken. Door de jaren heen is dat altijd in m'n achterhoofd blijven zitten. Het werd pas weer actueel toen ik het verhaal las over iemand die ook na een lange tijd zijn droom verwezenlijkt zag en prachtig het gevoel wat er door hem heen ging kon beschrijven. Vanaf dat moment ging het eigenlijk heel snel. Voor ik het wist had ik geboekt en kon ik aan de voorbereidingen beginnen.
Naast dat je uiteraard moet zorgen dat je een goede wandeluitrusting hebt is je lichamelijke conditie het meest bepalend voor je kansen op de berg.
Dus sjouwde ik uren door de duinen met een (steeds zwaardere) rugzak om m'n schouders om vooral die beenspieren maar te laten wennen. Om mezelf te pesten moest ik elke keer als ik dacht klaar te zijn nog minimaal drie duinen over. Ik zwem sowieso drie keer in de week tijdens de zomermaanden dus een basisconditie is er eigenlijk altijd wel. En veel meer kun je eigenlijk niet doen. Het is technisch gezien geen moelijke klim. Alleen de hoogte kan je nog tegenhouden......
En dat gebeurt. Vanaf dag twee gaat het eigenlijk langzaamaan zwaarder worden. Voel mijn hoofd en krijg minder trek. Toch stouw ik me 's avonds vol. Eten en drinken zijn zo cruciaal dat je, ook al heb je geen trek of dorst, je constant jezelf moet dwingen om je energie aan te vullen en je vochtgehalte op peil te houden. De volgende ochtend voel ik me weer ok en zet me vrolijk in beweging. Nog geen driehonderd hoogtemeters verder voel ik dat het mis gaat. Mijn lichaam protesteert. Net na het hoogste punt van die dag (4500 meter) leeg ik mijn maag en even later nog eens. Daar zitten zelfs miniscule spoortjes bloed bij. Twee uur later komt het hoge woord er uit: Afdalen. Verder klimmen, hoe weinig ook, kan je je leven kosten en dat is het me niet waard. Ik vertel het de groep zelf en wens ze allemaal succes met de verzekering dat we hun 'topprestatie' na afloop gaan vieren.
Zo ver komt het niet. Net voordat ik afscheid moet nemen van de anderen komt er een telefoontje van thuis. Het gaat slecht met mijn moeder. Ik bel en via een krakende verbinding vang ik een paar woorden op. Slecht, ziekenhuis en kans op overlijden is groot. That's it, ik ga naar huis. In een dag loop ik naar beneden waar de voorbereidingen al zijn begonnen. Vanuit Arusha met een busje naar Naïrobi, het vliegtuig in en acht uur later thuis. Gelukkig ben ik nog niet te laat en kan nog een paar dagen doorbrengen met haar. Soms hoor je wel eens: het heeft zo moeten zijn. Ik ben bereid dit in dit geval nog te geloven ook. Er waren zoveel toevalligheden. Ik heb er ook vrede mee. Die berg is er volgend jaar ook nog. Je moeder heb je maar een keer.
De rest van de groep heeft de klim allemaal volbracht. Op de dag dat ze aankomen op Schiphol haal ik ze af met bloemen, wat zeer gewaardeerd wordt maar ook voor mezelf een goede afsluiting is. Toch hoop ik ooit nog eens dit verhaal een goed einde te kunnen geven. Dan kan ik eindelijk vanaf de top naar beneden kijken. En even naar boven en hopen dat ze trots op me is........