West Uganda
Semuliki National Park
Na een korte stop in Fort Portal voor proviand zijn we doorgereisd naar Semuliki National Park, “the only tropical lowland rainforest in East Africa”. De minibusrit naar het park was, ondanks dat het weer lekker druk was in de bus, onbeschrijflijk mooi. Het eerste stuk was al mooi, maar op een gegeven ogenblik kwamen we op een plek waar de afdaling richting het park begon en hadden we een prachtig uitzicht over de vallei met bossen zover het oog reikte en af en toe een uitbarsting van een geiser.
We sliepen op een camping van de Ugandan Wildlife Authority (UWA) in een hutje met een bed. Omdat er op de camping of ergens anders in de buurt geen mogelijkheden waren om wat te eten hebben we ons eigen maaltje bereid op een kampvuurtje: Gezellig maar tijdrovend. We zijn op tijd gaan slapen want de volgende dag gingen we de Kirumia Trail lopen: “a full day romp through the heart of the forest”, een wandeling van 30 kilometer door tropisch regenwoud.
We zijn vroeg opgestaan en op tijd met z’n tweeen achterop een motorfiets (boda-boda), langs het regenwoud, vertrokken richting het begin van de trail, een ritje van zo’n 20 minuten. Moses onze gids voor de dag leidde ons, AK-47 op de rug, de langs woudreuzen, cacaobomen, oliepalmen, grassige open plekken. Onderweg wees hij ons op de apen (grey-cheeked mangabey, red-tailed monkey, black and white colobus) en vogels (verschillende hornbills, de great blue turaco). We zijn helemaal tot aan de snelstromende Semuliki rivier gelopen die de grens vormt met de Congo. We hebben gezwaaid naar Congo en de voorbijvliegende palmnut vulture, om vervolgens aan een meertje onze lunch – bestaande uit harde bananencakejes – te veroberen. Daarna mocht Irene van Moses de weg terug leiden. Het was inmiddels flink warm en de vogels hadden plaats gemaakt voor honderden vlinders. Ruim zes uur nadat de boda-boda ons had afgezet kwamen we het bos weer uitgelopen. We hadden inmiddels door dat de drie liter water die we bij ons hadden niet toereikend was. Irene zag met haar rechteroog kleurige mozaiken en voelde een nare hoofdpijn aankomen. We hebben de boda-boda daarom laten stoppen ergens een grote fles koude cola te kopen die we in een teug hebben leeggedronken. Onderweg moest Merijn nog van de motor springen omdat er een controle was en je officieel niet met twee achterop de motor mag. De motoragent liet zich echter niet foppen en Merijn kreeg de wind van voren, maar gelukkig geen boete.
Na anderhalve liter water, wat vruchten en een handvol pijnstillers voor Irene zijn we met onze spullen langs de kant van de weg gaan zitten, wachtend op vervoer. Die kwam in de vorm van een “shared taxi”, die eigenlijk al helemaal vol zat. De driver vond echter dat er wel 5 mensen achterin moesten passen en wij mochtend samen voorin. Het was niet de meeste comfortabele reis, maar we hebben wel weer genoten van het uitzicht.