West Uganda
Kennismaking met Uganda, Masaka naar Kasese
Zo, daar zijn we weer. Ditmaal vanaf een mooie campsite bij een van de crater lakes ten oosten van Fort Portal, lake Nkuruba. Om ons heen slingeren drie soorten apen door de bomen – vervet monkeys, red colobus en black and white colobus monkeys – en met de regelmaat van de klok komt er een georganiseerde stoet mongooses voorbij. De apen eten trouwens de suikerpotten leeg die op tafel staan en hebben net over het hoofd van een scandinavische toeriste geplast.
We zijn vanuit Mwanza, Tanzania met de ferry richting Uganda gereisd. Helaas was de eerste klas (twee bedden in een kajuit) uitverkocht, en was er op de tweede klas (zes bedden in een kajuit) nog maar 1 plek beschikbaar in een vrouwenkajuit. Irene had geluk en had een bed maar Merijn zou de nacht zittend moeten doorbrengen. Toen we ’s avonds op de boot aankwamen hebben we de grote tassen gedropt in de kajuit waar Irene ging slapen om vervolgens een kijkje te gaan nemen waar Merijn de nacht door moest brengen. Onderweg kwamen we een Belgisch gezin tegen die met zijn vijven een tweedeklas kajuit hadden afgehuurd en zo aardig waren om het zesde bed aan Merijn aan te bieden. Hadden we toch allebei een bed.
De boottocht verliep soepeltjes zodat we de volgende ochtend om zes uur in Bukoba aankwamen. Een minibus was snel gevonden en een paar uur later liepen we, met een hele menigte geldwisselaars achter ons aan, naar de grenspost. De grensovergang verliep soepel en twee stempels rijker en 50 dollar armer mochten we Uganda gaan verkennen. Eerst geld gewisseld bij een van de geldwisselaars zodat die ons met rust lieten – de douanebeambte had ons verteld welke wisselkoers we moesten vragen – daarna een hapje gegeten, een simkaart gekocht, en op zoek naar de eerste Ugandese minibus. Na een paar kilometer merkten we al dat de regels voor minibussen in Uganda minder strikt zijn of minder strikt nageleefd worden dan we gewend waren uit andere Afrikaanse landen. Telkens als we denken dat de bus vol zit past er toch nog iemand bij: bij iemand op schoot, half staand, dan weer gewoon stevig aanduwen zodat er vijf mensen naast elkaar op de bank passen, alles is geoorloofd en iedereen vindt het prima. We zijn, ondanks dat onze reisgids het een saaie plek vond, naar Masaka gereisd en we vonden het beiden een prettige kennismaking met Uganda, een kleine, levendige stad. Na een hotelletje te hebben gevonden zijn we een kijkje gaan nemen bij een moskee die boven de stad uit torent en waar een hele mooie tuin omheen ligt boordevol vogels. We werden vrijwel meteen aangesproken door Ali, een oude Pakistaan die achteraf de baas van deze Aga Khan moskee bleek te zijn. Binnen in zijn huis hebben we een kopje vanille thee met hem gedronken, verhalen uitgewisseld, en toen we weer vertrokken nodigde hij ons uit voor het avondeten. Daar hebben we dankbaar gebruik van gemaakt en die avond hebben we genoten van een heerlijk gekruide lamscurry. En meneer Ali had weer een mooi aanbod voor ons: we mochten de volgende ochtend met hem mee om een kijkje te nemen op zijn boerderij net buiten de stad.
Wachtend op het eten zaten we in een prachtig restaurant (waar we hadden willen gaan eten) met een balkon vol met kussens. Terwijl we naar huis telefoneerden zagen we de zon ondergaan en uit een huis 20 meter verderop zeker 2000 vleermuizen, in groepjes van 20, de wijde wereld in vliegen.
Ondanks dat we al veel in de bus hadden gezeten besloten we de volgende dag toch door te reizen zodat we zo snel mogelijk op de plek van bestemming aan zouden komen: Fort Portal. Dus eerst naar de boerderij en daarna meteen verder in de bus. De boerderij was niet echt een boerderij maar meer een botanische tuin boordevol verschillende struiken en bomen. We hebben er een rondleiding gekregen, her en der wat fruit geproefd, bloemen gekregen en gezwaaid naar de schoffelende negers. Na een uurtje of twee hebben we afscheid genomen om met de minibus verder te rijden. Wij blij, Ali blij. Het eerste stuk met de bus, van Masaka tot Mbarare was niet heel spannend, vooral heel Afrikaans, maar het tweede stuk, vanaf Mbarare was stukken spannender. De bus was natuurljiik weer erg vol waardoor ditmaal onze tassen half uit de achterkant van de bus hingen. Op zich geen probleem natuurlijk, mits alles goed vast zit. Helaas bleek dit na een paar uur over een hobbelige weg niet helemaal het geval en viel Irenes tas eruit terwijl we op volle snelheid over de hobbels scheurden. Iedereen in de minbus schreeuwen, minibus stoppen, chauffeur eruit springen, naar de tas lopen, tas weer achterin, weer halfhartig vast gebonden en we konden verder. Omdat wij ergens achterin het busje klem waren gezet tussen 25 locals konden we niet zien of er schade was aan de tas – achteraf bleek dat gelukkig mee te vallen. Na de crash van de tas reden we met het busje dwars door Queen Elizabeth National Park waar we hebben mogen genieten van het uitzicht en ook ons eerste groot wild in Ugande gespot hebben: Verschillende soorten herten, buffels, en een olifant. Toch mooi meegepikt op een busritje van een paar euro.