Het Himbavolk leidt in principe een nomadisch leven. De mannen trekken met koeien en geiten door het land en worden maar af en toe in het dorp 'uitgenodigd'. Het dorpje, dat wij bezochten, is dus semi-permanent. De vrouwen verdienen bij door zich te laten fotograferen en door zelfgemaakte sieraden te verkopen.
Hier zie je een jonge vrouw met een prachtige koperen armband. Ze heeft haar haar in verschillende staartjes (erembe) gevlochten en daarna, net als het hele lichaam, ingesmeerd met geitenvet met oker. De vrouwen wassen zich niet. Door de oker krijgen ze een typische rode kleur, die soms overgaat in zwart. Het mengsel geeft hen een goede bescherming tegen het woestijnklimaat.
Haar voortanden zijn geslepen, de middelste twee zijn toen ze 10 jaar was, verwijderd met behulp van een steen en een stok.
Toen wij hier in 2008 op bezoek waren, was het nog niet zo druk. De mensen gingen gewoon door met de dagelijkse bezigheden. Ik had veel plezier met de kinderen die verstoppertje gingen spelen.