naar Serra Cafema (dag 12)
naar Serra Cafema (dag 12)
Onze reisbeschrijving zegt over de Skeleton Coast: het is een van de meest geïsoleerde, maar meest indrukwekkende gebieden van zuidelijk Afrika, misschien wel ter wereld. Het is een eenzame, onbewoonde wildernis die alles heeft: zandduinen, winderige zandvlakten, diepe canyons, zoutvlaktes, zeehondenkolonies, scheepswrakken en een van de meest productieve visgebieden ter wereld. De oases, die ontstaan door waterbronnen die tussen zandheuvels ontspringen, en de koude mist vanuit zee zorgen voor het vocht waar planten en dieren van kunnen leven. Hier leven nog enkele woestijnolifanten en worden sporen van leeuwen en cheeta’s gevonden. De enige stam in dit gebied is de Himba, die hier nog een ruiger bestaan heeft dan de Himba in Kaokoland. Het Skeleton Coast Camp ligt in een privé-concessie in het noorden van het Skeleton Coast Park en bestaat uit 6 tenten. Wat ons betreft overtreft de werkelijkheid deze beschrijving. Het is een magnifiek gebied met een ongelofelijke landschappelijke verscheidenheid. Weliswaar hebben wij geen olifanten gezien (het Zuid-afrikaans gezin wel), maar wij hebben zelfs de leeuwen en niet alleen hun sporen gespot. De zeehondenkolonies hebben we niet bezocht. We vonden het te ver rijden.
Vandaag vliegen we naar Serra Cafema in het noorden van Kaokoland; van oorsprong het land van de Himba bevolking. De geringe belangstelling voor dit nagenoeg onvruchtbare gebied heeft er toe geleid, dat dit trotse volk nog altijd volgens eeuwenoude tradities leeft en in volledige harmonie met de natuur. De Himba zijn nomaden en leven van de landbouw en het vee. Het beperkte aanbod van water is de reden dat dit volk altijd op reis is naar het volgende gebied waar het vee kan grazen en dus kan overleven. Om zich te beschermen tegen de hitte en insecten smeren de vrouwen zich in met een mengeling van zand, oker en koeienvet. Hierdoor lijkt het of de ze een rode huidskleur hebben.
Het tentenkamp Serra Cafema ligt in het hoge noord-westen van Namibië aan de Kunene River en kan alleen per vliegtuig worden bereikt. De rivier, die de grens met Angola vormt, is het enige permanente water in de hele regio en heeft een oase gecreëerd temidden van zandduinen en ruige bergen. De Portugese naam van het kamp is ontleend aan de bergen die ten noorden van het kamp liggen.
Om 05.30 op en om 06.30 naar de airstrip bij Puros. Het vliegtuigje was een half uur te laat. De piloot had in Serra Cafema overnacht en was op weg naar de airstrip met de jeep in het zand vastgelopen. We vertrokken om 08.30 en vlogen in ca. 35 min. naar Opuwo om te tanken. Algauw kwamen allerlei kinderen op ons af, die ons zelfgemaakte sieraden wilden verkopen. Tot onze verbazing konden we daar met onze mobieltjes even snel naar Nederland bellen. In 40 min. vlogen we naar Serra Cafema of beter gezegd naar de airstrip. Vanaf de airstrip was het nog ’n uur rijden naar de lodge. De rit was erg bumpy, maar het landschap vergoedde veel. Het landschap was zowel schitterend als ook mensvijandig. We kwamen om 11.30 bij de lodge aan en werden ontvangen door Johan (Zuid-Afrikaan). Ik had als voorkeur een mooi uitzicht op de rivier opgegeven. Zo kregen we de mooiste plek (de honeymoonsuite); helemaal achteraan en een heel eind lopen over de boardwalk (het plankier op palen), dat alle accommodaties met elkaar verbindt. Een, hoe zal ik het noemen, cottage, tent, chalet? Er is eigenlijk geen goed woord voor zo’n soort accommodatie. Een (nou ja, ik houd het toch maar gewoon bij tent) tent bij een kleine stroomversnelling met een schitterend uitzicht op de rivier. Het geluid van het water doet denken aan de branding van de zee. Om 12.30 een heerlijke lunch (groenten, guiches, salades o.a. met sweet patatoes, gehaktballetjes, fruit, allerlei soorten kaas) en daarna een broodnodige siësta. Om 16.00 (ijs)thee en (ijs)koffie, hartige hapjes en om 16.30 op weg. De middagactiviteiten beginnen hier pas om 16.30, omdat het vóór die tijd veel te heet is. Vanmiddag was het zeker wel 37 à 38 graden en ook een veel vochtigere warmte dan in de omgeving van het Skeleton Coast Camp.
Op weg was in dit geval een tocht over de rivier in een open boot met comfortabele stoeltjes samen met het Nederlandse echtpaar en twee Candadezen (Philip en Vernon). We mochten het water niet met onze handen of voeten raken vanwege de grote krokodillenpopulatie. Toch hebben we geen krokodil gezien en ook geen nijlpaarden. Nijlpaarden zijn er hier niet meer. Ze zijn massaal, tijdens de oorlog tussen Angola en Namibië, voor de lol (?!) met machinegeweren afgeslacht. Wel zagen we een aantal vogels, onder andere de Goliath Heron (soort reuze reiger). Onze Sundowner halverwege in de boot op een schaduwrijke plek. Om 18.30, bijna donker, terug. Dinner at eight en om 22.00 in bed met op de achtergrond het geluid van de rivier.