Kaokoland
Himba's, het stenen tijdperk in een modern jasje...
Een bezoek aan de Himba’s stond hoog op mijn prioriteitenlijstje.
De Himba's zijn een volk dat bewust nog leeft in wat wij het stenen tijdperk noemen. Het is een nomadenvolk. Zij trekken met hun kuddes runderen door het grensgebied van Namibië en Angola.
Vrouwen zijn baas en eigenaar van alles. De mannen hebben letterlijk niets in te brengen. Zij worden in een dorp gedoogd zolang zij zich maar op de een of andere manier verdienstelijk maken. Dat kan door hutten te bouwen of mee te helpen op het veld, maar meestal trekken zij rond met de kudde runderen en/of geiten.
Vrouwen besteden een groot deel van de dag aan hun opmaak. Er mooi uitzien vinden zij van het grootste belang. Zij smeren zich van boven tot onder in met eigen gemaakte boter die gemengd is met donkerrode aarde.
Zij wassen zich nooit. Om een kwalijke geur tegen te gaan voegen zij muntblaadjes of mirre aan het botermengsel toe. Behalve dat het hen mooi maakt, heeft het vet ook een beschermende werking tegen de zon.
Hun kapsel verrijken ze met zelfgemaakte ‘extensions’. Zij vlechten in hun haar draad en schapenhaar waardoor ze prachtige dikke strengen creëren met flossige uiteinden. Ook die worden ingesmeerd met het rode boterpapje.
Alles is rood aan deze vrouwen, zelfs de lederen rokken of stoffen lappen waarin ze zich soms hullen, zijn met het vet ingesmeerd.
Wanneer een vrouw toe is aan het krijgen van een kind, verwerkt ze nog een soort lederen, tooi in haar kapsel. Mannen zien zo dat er kans is om van bil te gaan, niet voor het plezier, maar puur voor de voortplanting.
Het aantal kinderen en het aantal runderen bepalen de status van de vrouw.
De vrouwen krijgen maar één kind van dezelfde man. Zij blijft wel trouw aan hem, totdat ze een volgend kind wil. Dan versiert ze zich weer, zodat mannen hun beste beentje voor zetten en kiest een nieuwe man.
Meisjes dragen tot hun eerste menstruatie het haar in twee dikke, niet ingevette vlechten, naar voren op het hoofd, zodat de vlechten voor hun ogen hangen.
Zodra een meisje menstrueert, mag ze zich de volwassen haardracht aanmeten en kan ze zelf bepalen of ze al toe is aan het stichten van een eigen gezin. Dat kan dus al op zeer jonge leeftijd (vanaf een jaar of 13) zijn.
Zodra ze in verwachting is, bouwt ze haar eigen hut, liever gezegd laat ze de verkozen man een hut bouwen, en is haar volwassen leven begonnen.
Jongetjes dragen het haar ook in kleine vlechten op het hoofd, tot ze besneden zijn, dan wordt hun hoofd kaal geschoren.
De eigenaren van de Gelbingen Guestfarm verzorgden in het verleden excursies naar de Himba’s, en bezochten dan steeds dezelfde stam.
Maar toen jaren geleden er enorme droogte heerste in het Himbagebied, zijn een paar vrouwen naar de Gelbingen Guestfarm toegekomen en hebben hier een nieuw dorp gesticht. Sindsdien leven zij hier hun eigen, traditionele leven.
Enige aanpassing aan de moderne tijd is dat ze hun water op de farm halen en ook daar hun schaarse inkopen doen, én…………….. zij hebben (ik was stomverbaasd toen ik er één af hoorde gaan) mobieltjes onder een lap aan een boom hangen.
Deze dienen om contact te houden met de mannen, die immers zo’n 80 km noordelijker het vee hoeden. Tja, hoe laat je anders weten dat je wel in bent voor een vrijpartij en een nieuwe baby?!
Bij een bezoek is de enige regel, dat je niet onuitgenodigd mag begeven tussen het vuur en de hut in en natuurlijk kun je niet zomaar een hut van binnen gaan bekijken. De vrouwen vinden het prachtig om gefotografeerd te worden, willen echter wel de foto zien! Geen probleem met een digitale camera!
We liepen het dorpje binnen via een haag van dood hout en werden gelijk vriendelijk toegelachen door blote kinderen. Het dorp is op traditionele wijze gebouwd. De hutten zijn met takken, gras en koeienstront gemaakt. Voor iedere hut ligt een vuurplaats en in het midden van het dorp staat een kraal met geiten.
Voor de kleine hutjes zitten groepjes half naakte vrouwen. Rondom spelen veel kleine, moddervette baby’s. Die worden hier met botermelk grootgebracht. Nog nooit heb ik zulke dikke baby’s gezien. Maar het puppyvet schijnt met de jaren wel te verdwijnen. Mannen zien we inderdaad niet, op één na dan. Hij werk op de farm en valt op dit moment in de gunst van een vrouw en mag met haar uit de milliepappot eten.
Met de andere gasten lopen we wat onwennig rond. Voelt niet echt lekker om te fotograferen als je geen Engels, Duits of Afrikaans woord kan delen. Maar als de vrouwen steeds blij lachend een duim opsteken als ze de gemaakte foto gezien hebben, neemt de schroom langzaam iets af.
Enkele vrouwen nodigen me zelfs uit om met hen op de foto te gaan. Een hele eer!
Een foto met één van de andere mannen boeit hen niet. Na zowat een uur, komt ineens al het koopwaar te voorschijn. Oeps, maar nadat enkele gasten wat gekocht hebben, keert gelukkig de Himba-rust terug in het dorp.
Wij blijven als enige nog wat rond hangen en worden zelfs uitgenodigd om mee te genieten van de milliepap. Gebruikte de kokkin nog een lepel bij het bereiden, bij het eten was die verdwenen en gebruikte ze haar hand om het witte goedje naar binnen te werken.
De volgende ochtend zijn we nog teruggegaan. Nu waren we de enige bezoekers en ook nu werden we gastvrij onthaald.
In alle rust hebben we nog bijna twee uur met hen doorgebracht. Géén verkoopshow deze keer. Moesten zelfs met klem vragen om nog wat te kunnen kopen.
We zwaaien als afscheid. Bij de haag kijk ik om en verbaas me dat ze nog steeds zo willen leven, want duidelijk is dat deze mensen weet hebben van de nieuwe tijd en andere culturen en gemakken.Desondanks kiezen ze ervoor te leven naar hun eigen traditie.