Naar de Himba's!
Naar de Himba's!
2 augustus Ohakane Lodge - Opuwo
Vol verwachting staan we op: vandaag gaan we naar de Himba's!
Na het ontbijt worden we gehaald. We staan al met een aantal gasten van de lodge te wachten als er een vrij oud gammel busje aan komt rijden, vol met boodschappen. De boodschappen worden uitgeladen en het busje wordt van binnen schoon gemaakt. Maar hij lijkt ons toch wel erg klein voor ons allen en de boodschappen. Wat later komt er gelukkig nog een ander busje, een stuk nieuwer, en dan blijkt dat de groep wachtenden zich opsplitst in 2. Het andere busje vertrekt terwijl onze groep nog even moet wachten.
Het meer luxe busje is voor onze groep, er blijkt zelfs een airco in te zitten! Onze chauffeur behoort tot de Himba-stam en zal tevens de tolk/gids zijn. De weg die we rijden bestaat uit veel zand en ribbels en af en toe lijkt het zelfs niet meer op een weg, we zijn dan ook blij dat we ons laten rijden en dat we in een degelijk busje zitten!. De chauffeur legt onderweg uit dat de Himba’s alles van de Mopanebomen gebruiken. Zodra de gids een nederzetting gevonden heeft, gaat hij eerst toestemming vragen of we op bezoek mogen komen. Na een poosje komt hij terug en blijkt dat we natuurlijk naar binnen mogen (stiekem denken we dat dit toch een leuk toneelspel is). De chief was er niet, maar de dochter van de chief gaf toestemming, dan is het blijkbaar ook goed. Als we bij haar aankomen moeten we ons allemaal voorstellen en een hand geven, daarbij begroeten zij en paar andere vrouwen ons met: 'Morro' wat zoiets als hallo zal betekenen.
De chief's dochter is bezig met het fijnmalen van mais, dit doet ze tussen 2 stenen. We krijgen uitgelegd hoe alles in zijn werk gaat, en kunnen het ook zien: 2 dames halen het mais van de kolf, daarna gaat iemand anders bezig met het pletten van de maiskorrels, en dan moet het nog tot meel fijngemalen worden. Vervolgens maken ze een vuur en in een grote potjie maken ze elke dag mieliepap. De kindjes die er rond lopen hebben allemaal een erg bol buikje, waarschijnlijk door deze eenzijdige voeding.
Ergens aan een boom hangt een geslachte geit, alle ingewanden zijn er al uit en liggen eronder in een bak; voor de kinderen die er rondom aan het spelen zijn heel normaal, maar ik kijk er toch liever niet naar. Het is zo’n beetje het enige vlees wat ze eten, naast soms rundvlees, ze jagen niet echt en we horen dat ze dat nu zelfs verboden is, dus voor vlees zijn ze afhankelijk van de beesten uit hun kuddes. De mannen zijn overdag op pad met de kuddes zodat ze ondanks het weinige wat er groeit, toch nog iets te grazen hebben. Voor de mannen is dat hun enige werk en zorg. De vrouwen zorgen verder voor alles: het eten, de kinderen, water halen, hut schoonmaken (al zal dat laatste snel gedaan zijn).
De vrouwen dragen slechts een leren rok en verder niets (eronder). Ze smeren zich 2 maal daags in met een mengseltje van vaseline en rood poeder. Dit poeder komt van een berg uit het noorden, dat schijnt de enige plek te zijn waar ze het vandaan kunnen halen en is erg ver lopen voor ze. De stenen van die berg worden gemalen tot poeder en dit poeder vermengd met vaseline. Alleen de vrouwen (en ook de kleine meisjes) smeren zich ermee in. Als de vrouw getrouwd is, heeft ze een leren 'kroon'/versiersel in haar haren en draagt ze een witte slakkenschelp om haar nek. Jonge meisjes hebben 2 naar voren gedragen vlechten in het haar. Het haar wordt ook ingesmeerd met het ‘okermengsel’ (jeuk!!). De vrouwen wassen zich niet, in de hut hebben ze een vuurtje en daar hangen ze boven met hun achterwerk enz. zo roken ze zich schoon.
De mannen dragen wel kleding en wassen zich soms. Bij de Himba's is het traditie dat de 2 middelste ondertanden verwijderd worden rond het 10e jaar.
In het kamp waren alleen een hele oude man en een jongen van ca. 20 jaar die een misvormde voet had aanwezig. Zijn voet heeft, toen hij nog heel klein was, in het vuur gelegen. Beide mannen kunnen dus niet met de kuddes mee.
Het is voor ons een bijzondere maar ook zeer leerzame dag. Deze mensen hebben dus geen idee van tijd, ze leven bij de seizoenen. Ze vroegen ons waar we vandaan komen en moesten vervolgens uitleggen hoe lang het lopen is naar ons huis (euh....). Ook vroegen wij de chief's dochter hoe oud ze is, maar daar kon ze geen antwoord op geven. Wel had ze al een kind, wij denken dat ze circa18 jaar is.
De hutjes waarin de Himba's wonen worden ingesmeerd met koeienpoep, dit isoleert goed. Alleen het hutje van de chief mag op de grond staan, alle andere moeten van de grond af staan.
Dicht bij deze groep Himba's woont ook een groep Angolese Himba’s, een aantal van hen kwam er ook bij zitten. Zij smeren zich niet in en hebben ook een andere haardracht met veel gekleurde kraaltjes. Eigenlijk vind ik die mensen er echt lelijk uitzien, hun gezichtsuitdrukking is ook nogal nors. Blijkbaar kunnen beide groepen/families goed met elkaar overweg.
Aan het eind van de 'tour' gaan de vrouwen in een kring zitten en stallen spullen uit die ze zelf gemaakt hebben om te verkopen. Wij kopen een Himba-popje en een koeienhoornbakje waar het ‘okergoedje' in zit, de geur zal ons thuis aan deze plek herinneren! (al zal dat zonder ook wel gaan)
Als we ze verlaten krijgen ze de beloning voor het ondergaan van ons vragenvuur en onze aanwezigheid: een aantal zakken maïsmeel, broden, vaseline, wat snoepjes voor de kids en dat soort zaken. Ze maken nog even ruzie wie het allemaal moet dragen, maar uiteindelijk lopen ze blij weg en laten ons vol diepe indrukken achter, in de bus was het er stil van......