Damaraland
Door Damaraland, on the road én off road
Vandaag stond er een autorondrit door de Damaraland op het programma. Onze eerste stop was bij Organ Pipes. De Organ Pipes zijn smalle, langwerpige dolomiet formaties. Een apart geheel! Omdat we nog vroeg waren, was er nog maar weinig zonlicht. Jammer! Een stukje verderop was Burnt Mountain. Dit is geen afgebrande berg, maar het lijkt er wel op. Het zwarte zandsteen doet een beetje somber aan. Vroeg in de morgen schijnt het alle kleuren van de regenboog te geven, maar blijkbaar waren we te laat.
We reden weer een stukje terug en namen de afslag naar Twyfelfontein. Twyfelfontein staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Van een afstandje lijken het gewoon rotsblokken, maar van dichtbij zie je allerlei tekeningen. Vroeger waren het zowel tekeningen als graveringen, maar door erosie zijn er alleen nog graveringen te zien. Samen met onze gids liepen we een route door de rotsen. Op verschillende plekken stonden we stil om naar de tekeningen te kijken. Giraffen, springbokken, oryxen, neushoorns… Allerlei soorten dieren waren afgebeeld. Ook hier zaten weer regelmatig afbeeldingen bij die ‘niet klopten’. Een struisvogel met vier hoofden, een leeuw met mensenvoeten en een staart met een mensen voetafdruk, giraffen met een ontzettend lange nek… Ook zagen we een soort plattegrond met waterholes en een soort schoolbord waarop beesten en pootafdrukken waren afgebeeld. Echt een bijzondere plek!
Hierna vervolgden we onze route naar Petrified Forest. Toen we een bordje zagen met Petrified Forest, sloegen we van de weg af. Gerben vroeg Eveline voor te lezen uit het boek om te weten wat Petrified Forest nu precies was. Het stukje eindigde met ‘it’s worth noting that there are several ‘petrified forests’ signposted from the C39, but this one has been declared a national monument’. Aha. We zijn dus nu niet de échte in gereden. Bij de receptie draaiden we dan ook weer om en keerden we terug naar de hoofdweg. Langs de weg kwamen we inderdaad nog veel andere ‘petrified forests’ tegen. Bij de échte – die ook weer op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat – zijn we naar binnen gegaan. We kregen een gids mee die zijn uitleg in het Zuid-Afrikaans deed. Goed te begrijpen, maar hilarisch om naar te luisteren! “Dat is waar die takken was”. Dit ´versteende bos´ bestaat uit bomen die 130 miljoen jaar oud zijn. Uiteraard zijn die bomen ondertussen dood…. Ze zijn door de rivier meegesleept en onder andere hier terecht gekomen. De bomen zien er uit als steen en voelen als steen. Heel apart! Overigens is het binnenste van de boom (waar normaal het vocht zit) wel weg, zodat de bomen wel hol klinken. Grappig om zo tussen die boom-rotsen te lopen!
Nu hadden we ons rondje gehad, maar we hadden de zeldzame Desert Elephant nog niet gezien. Bij Burnt Mountain werden trackings aangeboden voor een leuk prijsje. We reden dus weer naar Burnt Mountain en kregen gids Arnold mee. Inderdaad mee, aangezien we met onze eigen auto eropuit gingen. Gerben achter het stuur, Arnold die de weg wees. We waren nog geen 200 meter op pad en toen was de weg al geen weg meer te noemen. Deze tracks zouden wij gewoon ‘off road’ noemen. We reden een aardig stuk omhoog, terwijl we bijna sprongen over de rotsblokken. Zou onze auto dit echt kunnen? Een tijdje later kwamen we op de plek ‘waar de olifanten meestal zitten’. Nou, vandaag niet dus. Terwijl Arnold op zoek ging naar pootafdrukken, probeerde Gerben de auto door het zand en tussen de bomen te navigeren. Toen de pootafdrukken ‘oud’ bleken te zijn, sloegen we een andere weg in. De weg werd er niet beter op. Hobbelend reden we steeds verder. Nog steeds geen olifant te zien. Terwijl Arnold af en toe poep beoordeelde (‘nee, deze is van gister’), reden we steeds verder de middle of nowhere in. Arnold belde een collega, misschien wist hij het. Maar die collega had vandaag geen dienst, maar ze moesten ergens tussen de rotsen zijn. Ondertussen reden we door een rivierbedding, bestaand uit zand. Terwijl de auto vrolijk alle kanten op slipten, reden we verder en verder. De pootafdrukken zagen we wel, de olifanten niet. Een tijdje later kwamen we een safari-auto tegen, ook op zoek naar olifanten. We reden een stukje achter elkaar aan. Op een gegeven moment was er geen sprake meer van ‘tracks’, we reden gewoon dwars door de rotsen en stenen heen. Wat zal onze auto ons gehaat hebben… Toen wij niet meer verder konden rijden, was ook de safari-auto gestopt. Vanaf daar zijn we verder gaan lopen. Ineens zag die andere gids in de verte de olifanten! Jaaaaa, we hebben ze gevonden! Maar ze waren wel een beetje ver weg… De oplossing was simpel, we lopen er gewoon naar toe. Samen met een ouder Amerikaans stel (die duidelijk niet bedacht waren op een stukje lopen door de bush…) liepen we door de vallei de andere heuvel op. Vanaf hier hadden we een mooi uitzicht op vijf olifanten. Heel gaaf! Na nog wat foto’s liepen we weer terug naar de auto. Toen ging het avontuur pas echt beginnen.
Die andere chauffeur wist wel een goede route terug. Nou, dat hadden we geweten. We gingen door gleuven en inhammen waarvan je dacht dat de auto het nooit zou overleven. Hier moeten we minstens drie lekke banden aan over houden. Wonder boven wonder kwamen we hier levend uit en ook ons bakbeest deed het nog! Bijzondere ervaring! Maar autotechnisch niet voor herhaling vatbaar! Bij terugkomst op de camping hebben we snel de tent weer opgezet, lekker gegeten en nu zitten we weer te genieten van het vuurtje onder de sterrenhemel!