Centraal Namibie
Spitzkoppe, de Matterhorn van Namibië
Na 3 lange zitdagen, je mag immers de auto niet uit in Etosha, is het een verademing dat we in het Erongogebergte en bij Spitzkoppe eindelijk de benen kunnen strekken.
De omgeving is ook erg uitnodigend. Machtige granieten bergen domineren dit landschap. Ze verdwijnen net zo snel weer in de vlakke omgeving als dat ze er uit omhoog komen, geen landschap van glooiende heuvels of zachte dalen, maar “eilandbergen”.
De in miljarden jaren geërodeerde granietmassa’s nemen de raarste vormen aan en idioot grote granieten kogels lijken te balanceren op de ondergrond. Een waar klim- en klauterparadijs.
Zo mooi dat de regering dan ook een Nationaal Park van de Spitzkoppe gemaakt heeft.
De Spitzkoppe wordt ook wel de Matterhorn van Namibië genoemd. Het is niet de hoogste, maar wel de uitdagendste berg van Namibië. De top ligt op 1728 meter hoogte, maar steekt slechts zo’n 800 meter boven het omringende vlakke landschap uit. Pas in 1949 werd de top voor het eerst bedwongen.
Zo mooi ook, dat ik er zelf om 06.30 voor in de wandelschoenen stap, en in mijn eentje de granieten wereld ga verkennen.
Highlights in dit park zijn toch wel “Bushmans Paradise” en de grote granieten boog.
De eerste bereik je via een klettersteig. Je klimt tegen de steile bergwand omhoog met behulp van de stalen kabels die aan de bergwand verankert zijn. Een behoorlijk inspannende bezigheid, zeker bij een temperatuur van zo’n 37 graden.
Maar eenmaal boven wordt je dan ook beloond met het uitzicht op een vruchtbare vallei met overhangende rotswanden waaronder het heerlijk koel is. De Bosjesmannen hebben deze vallei dan ook als woonplaats gebruikt, getuige de wand met rotsschilderingen.
Ik herken wat menselijke figuren, een neushoorn, zebra, wrattenzwijn en helaas ook heel wat 20e eeuwse graffiti.
Na het beklimmen van de rotspartijen onder de enorme granieten rotsboog ben ik compleet uitgeput. De enorme droogte en hitte doet mij, watje, de das om.
Samen verkennen we later nog meer van het park en vinden we nog wat overblijfselen van pioniers. Op de laatste bezochte plek, small bushmans paradise, word ik niet zozeer verrast door de schilderingen, als wel door een prachtige agama met knal oranjerood hoofd en staart. Zou ie rood van verlegenheid zijn? Hij had in ieder geval niet het lef stoer te poseren voor een fotosessie.
Tja, aan de beklimming van de Matterhorn van Namibië zijn we niet toegekomen, daarvoor moeten we toch even wat meer conditie opdoen, maar we verlaten na heel wat klauterwerk moe en voldaan dit gebied, een letterlijk hoogtepunt van de reis.