Inhambane
Republica Mozambique
...The sunny sky is aquablue... schettert het uit mijn enige overgebleven oordopje. Een zin uit Bob Dylan's "Mozambique", het nummer staat op als ik de grens over wandel. Geen wolkje te bekennen, de zon kleurrijk, het weer is paradijselijk: Ik ben in Mozambique!
De grens tussen Zuid-Afrika ern Mozambique is ook een natuurlijke grens, het landschap veranderd meteen. Vanaf Nelspruit (mijn vorige stop) rij je in ruim een uur door een aantal stevige bergpassages naar het grensdorp Komatipoort. Na de oversteek vlakt het landschap zichuit, licht heuvelachtig en onaangeraakt is de weg naar Maputo - Mozambique's hoofdstad. Mijn lift dropt me een aantal kilometer buiten het centrum. In een klein warenwinkeltje wissel ik mijn Randen in voor Meticais, waarmee ik een ritje per chapa (minibus) richting centrum mee betaal.
De voertaal hier is Portugees, iets wat ik niet bepaald onder de knie heb. Ik overhandig een kaart van Maputo aan 1 van de passagiers en wijs een hotel aan terwijl ik vragend kijk. Meteen nemen de inzittenden het over en gaan luid in discussie over waar ik er moet. Niet veel verder gidst 1 van die passagiers me naar een andere chapa, die me vlak voor het hotel dropt, perfect!
Eenmaal gesetteld open ik een 2M [Dos Em], Mozambique's meest populaire bier, bij een goede lading calamari. Mozambique staat bekend als 'visland'. Het is er in grote getale en iedereen eet het. Dat wordt smullen de komende dagen.
In het hotel maak ik al snel kennis met Lewis en Sonja, een Engelse jongen en een Duits meisje, die in Kaapstad wonen en werken. De volgende ochtend rij ik met hun richting het noorden. Samen met Dave (een Schot) en Annemieke (een Nederlands meisje) zit ik opgepropt op de achterbank van de Ford Fiesta op weg naar Inhambane.
Gedurende de weg wordt het uitzicht alsmaar tropischer en meer kleurrijk: de palmbomen nemen het over, de rieten huisjes zien eruit als strandtentjes en overal zijn er fruitstalletjes met een overdaad aan volrijpe mango's, kokosnoten en ananas. De weg loopt min of meer parallel langs de kust, af en toe zien we door de palmbomen een baai met een wit strand en azuurblauw water. Mozambique straalt!
Na negen uur in de auto nemen we de afslag naar Inhambane, een knus dorpje vol Portugese invloeden. Hier zien we vanaf de wal van de haven de betoverende zonsondergang. Dan rijden we in het donker verder naar Tofo, een klein kustplaatsje waar we settelen voor de avond. De plek waar we slapen ligt pal aan het strand dat zo goed als verlaten is. Vroeg in de morgen nemen we een frisse duik, het water is al perfect op temperatuur. De goedgevormde golven kletteren me keer over keer omver: prima wakker worden.
Twee dagen vol strandhangen en mango's eten (25 voor 'n euro) volgen. Goed bijgetankt rijden we naar Barra, een dorpjes 30 minuten verderop. De dirtroad erheen is felrood. In Barra vinden we een laid-back lodge, weer pal aan het strand en nog meer verlaten dan onze stek in Tofo. Op de markt in Inhambane slaan we goed in: 2 kilo gamba's voor amper 4 euro. Dat gooien we op de braai (barbeque), samen met de pasta hebben we een feestmaal onder 1 van de vele palmbomen.
De lucht is helder en het is volle man. Het is pikkedonker maar het maanlicht laat het water schitteren. Ver in de avond leunen we op het strand tegen een vissersbootje met uitzicht op de kalme oceaan. "Midnightswim?" stelt Lewis voor. Klokslag 12 uur rennen we richting de zee waar we allen in duiken. Het water is nog lang niet afgekoeld dus we nemen het er goed van. Tot mijn navel sta ik in het water maar nog zie ik mijn voeten staan op de oceaanbodem midden in de nacht terwijl er wat vissen omheen zwemmen. Dobberend kijk ik naar de maan en de overdadige sterrenhemel: een perfecte afsluiting voor een week in Mozambique!