Segou
Naar Timboektoe - deel 1
Timboektoe...
Het is bijna niet te geloven, maar de in de Donald Duck regelmatig genoemde stad bestaat echt!
Vanwege vermeende goudschatten en welvaart werd de stad het doel van menige expeditie. Slechts een enkele van de dappere ontdekkingsreizigers, bereikte de stad en nog minder van hen keerden heelhuids thuis. Uitputting, tropische ziekten en vijandig gezinde stammen maakten de reis naar Timboektoe geen eenvoudige, maar voor de eeuwige roem en het grote avontuur, hadden ze in de eeuwen van weleer graag wat over.
Hoe anders is het tegenwoordig!
Per vliegtuig, terreinwagen of boot reis je relatief eenvoudig naar de woestijnstad. Het is nog steeds een eind overal vandaan en je zult er iets voor moeten overhebben, maar dan kun je toch echt zeggen dat je in Timboektoe bent geweest. En om het te bewijzen kun je zelfs – wel wat toeristisch natuurlijk – een heus Timboektoe-stempel in je paspoort laten zetten.
Wie het reisadvies van de overheid leest, bedenkt zich nog wel een keer, alvorens naar Timboektoe af te reizen. Terroristen liggen op de loer om je te kidnappen en mee te voeren naar het onherbergzame woestijngebied. Of je er ooit weer vandaan komt en zo ja in welke toestand, zal afhangen van de onderhandelingsgezindheid van je regering.
Klinkt niet echt uitnodigend toch?
Een regeringsambtenaar van een van de EU-landen dikte het een paar maanden geleden in een persoonlijk gesprek nog wat aan: iedereen die veilig uit het noorden van Mali terugkeert, heeft geluk gehad. Overigens kun je ook beter niet naar de Dogon gaan en Ségou is op het randje. Tenslotte kan een terrorist je heel eenvoudig onder een lading goederen in een houten bootje leggen en je zo afvoeren richting de woestijn....
De realiteit is dat er al jaren geen incidenten in Mali hebben plaatsgevonden. Het grootste probleem waar Timboektoe & de rest van het land mee te kampen heeft, is het ingestorte toerisme, sinds de Franse overheid – toevalligerwijs de voormalige kolonisator van het land – een negatief reisadvies heeft uitgevaardigd, wat door overheden wereldwijd is overgenomen. Het bewijs voor de rechtvaardiging wordt geleverd in de vorm van lange lijst met incidenten, die hebben plaatsgevonden in... buurlanden.
Hoogste tijd om weer eens zelf naar Timboektoe af te reizen en te checken hoe de vlag erbij hangt. Natuurlijk houden mijn lokale contacten en gidsen me op de hoogte, maar soms moet je jezelf een goede reden geven om op reis te gaan. En zo geschiedde!
Ik meldde me bij het kantoor van de Comanav in Ségou. In plaats van me als gijzelaar te laten vervoeren onder een stapel goederen, zou ik het heft in eigen hand nemen en op de passagiersveerboot stappen. Niet in een bedompte hut met snurkende medepassagiers, maar gewoon op het dek tussen de lokale bevolking. Tentje mee om nog een klein beetje privacy te creëren tijdens de nachten en in drie dagen in een relaxt tempo de rivier afzakken.
‘Eén kaartje voor de boot van morgen graag’, liet ik de oude man weten, die me bij een eerder bezoek had voorgesteld dat ik zijn vriendin wel kon worden. Hij had al vier vrouwen, maar ik kon er nog wel bij hoor...
‘Er is morgen geen boot’, deelde hij me laconiek mede, ‘de 19e pas weer.’
Tja, in Mali is ook de dienstregeling onderhevig aan veranderingen, dus als het leger besluit om de jaarlijkse personeelsmigratie te laten plaatsvinden, worden daarvoor gewoon alle beschikbare veerboten ingezet.
Ik laat me door de Comanav natuurlijk niet van mijn bezoek aan Timboektoe afhouden. Over op plan B: met de bus van Ségou naar Mopti en de volgende dag met een publieke terreinwagen door naar Timboektoe.
‘Ok, zodra je bij de douanepost van Mopti bent, bel je Moussa, die je dan bij de bus ophaalt. Hij regelt een plek in de terreinwagen en brengt je er morgenochtend op tijd heen’, herhaalt Ibrahim nog een keer, als hij me bij het busstation afzet. Stiekem is hij blij dat de boot niet ging. In drie dagen tussen de lokale bevolking zou ik toch op z’n minst bestolen of lastig gevallen worden. Dat er professionele dieven op de boten meereizen, staat voor hem als een paal boven water.
Dat je als toerist in Mali nou juist veel rustiger kunt reizen dan op veel andere plekken in de wereld, wil er bij hem niet in.
De tijden zijn zwaar voor veel Malinezen en er wordt minder gereisd. Er rijden minder bussen en zelfs die vertrekken na lange vertragingen vaak meer leeg dan vol in de hoop onderweg nog klanten op te pikken. Bij elk dorp wordt minstens één keer gestopt, mensen erin, mensen eruit, er komt geen eind aan de reis en het is donker als ik geklutst en moe Moussa begroet.
Etappe 1 zit erop!
Wordt vervolgd...