Op safari in Tsavo east

Door: Annemarijehendriks

Geplaatst op Nov 7, 2012

Dag 4 woensdag 3 oktober
Door Arke werd afgeraden om zelf Mombasa in te gaan. Dit kan natuurlijk ook zijn voor commerciële redenen zodat je eerder mee gaat met een georganiseerde tour maar ook op BNN hoorden wij dat de oude stad van Mombasa niet overal veilig zou zijn. Voor ons geen reden om niet te gaan. We hebben wel via het hotel een taxi geregeld. Die bracht ons naar Fort Jesus en zou daar op ons wachten. Fort Jesus werd in 1593 gebouwd in opdracht van Koning Filips I van Portugal, die op de oostkust van Afrika een reeks steunpunten bouwde om de Portugese belangen in de Indische Oceaan te beschermen tegen de Ottomanen. Tot 1698 zou het, met onderbrekingen, in Portugese handen blijven, tot de Omanieten het definitief veroverden. Naast zijn militaire functie deed het fort dienst als slavenhuis, gevangenis, en in 1958 werd het uiteindelijk een museum.

Hierna liepen we samen het oude gedeelte van de stad in. Hier is weinig tot geen toerisme en dan bevind je je onder de lokale bevolking. We zijn door steeds smaller wordende straatjes gelopen en hebben gekeken hoe de bevolking was. Boerka's, hoofddoeken en 'vrije' mensen liepen met en bij elkaar. Kinderen speelden met zelfgemaakte ballen en vrouwen vervoerden goederen op hun hoofd. In een aantal souvenirwinkeltjes gekeken en ook een bijdrage gele-verd aan deze plaatselijke economie.
Op de hoek van de straat stond een aantal mannen chips te bakken, na een proefsessie kochten we een zak (hmmm) en gingen we met hen op de foto. In de stad zelf is het een chaos met verkeer en mensen en je wordt goed bekeken als blanke (en grote) Europeaan.

In de avond hadden we afgesproken met Bobo (Local) en hij had de Mirra bij zich. Het zijn kleine takjes waarvan je de schors af pelt en in je mond doet en houdt, een kauwgompje er bij is aan te raden aangezien het enorm bitter is. Opvallend was dat Bobo het na 20 minuten al voelde en het liefst de hele nacht wilde doorgaan, wij niet. Eigenlijk voelden wij helemaal niet zoveel. Na een avondborrel zijn we met wat andere NL stelletjes naar een plaatselijke disco geweest (lees: een strandtent 100 meter verderop). Na wat biertjes en kleine dansjes lagen we rond 01:00 uur op bed.

Dag 6 en 7 (safari, 5 en 6 okt)
Om 06:30 uur werden wij opgehaald voor het hotel, we stapten in een 7 persoonsbusje (waar-van het dak omhoog kan en mensen van maximaal 1,90 kunnen staan). In het busje zat al een stelletje (Italiaanse vrouw met een jonge Keniaanse jongen) en vanuit ons hotel ook een oude-re Belgische man. Na het ophalen van een Duits echtpaar reden we 160 km naar Tsavo East. Dit park is het grootste van Kenia en ongeveer 14.000 m2. Tsavo East bestaat hoofdzakelijk uit vlakke, open savannes zonder dichte vegetatie. Een typisch kenmerk voor East is de prach-tige rood/bruine kleur van de aarde en de wegen en de vele Baobab bomen op de savan-nes. Tsavo East heeft niet alleen de grootste olifantenpopulatie van Kenia maar is ook bekend vanwege de “rode” olifanten. Met hun slurf blazen ze het rode stof over zich heen waardoor ze een mooie rode gloed krijgen. Bij binnenkomst van het park begon meteen de eerste game-drive. Hierbij zagen we olifanten, diverse hertjes, antilopen en een cheeta met prooi. Hierna werden we naar onze lodge (The Red Eliphant Lodge) gebracht voor de kamer en de lunch.

De lodge had een kingsize bed en uitzicht over het gebied inclusief diverse apen, hertjes en olifanten, schitterend en een unieke ervaring. Na de lunch zijn we opnieuw op safari gegaan en hebben diverse dieren mogen spotten. Vele olifanten, struisvogel, zebra, giraffe, leeuw, antilope, gieren, buffel, cheeta, aapjes, Afrikaanse zwijn, hertjes, konijnhertjes, vogels en prairie hondjes. 's Avonds zaten we op ons terrasje naast de lodge, pikdonker, midden in de savanne, naar geluiden te luisteren van dieren.

Aangezien we vrij moe waren sliepen we snel maar in de ochtend bleek dat er die avond vele olifanten op slechts enkele meters van ons bed hebben gelopen (ok, er zat een hek tussen).

De volgende ochtend deden we vroeg nog een gamedrive en verlieten we eigenlijk vrij snel weer het park. Hierna zijn we naar de Masai-stam gegaan. Dat is de naam die wordt gegeven aan een grotendeels nomadisch volk in Oost-Afrika, voornamelijk woonachtig in Kenia en Tanzania. Zij eten het vlees van koeien, geiten en schapen. De Masaï dragen als kleding één tot twee doeken (shuka), die ze over hun schouders knopen, en meestal een riem. Over hun schouders dragen ze een grote doek die ze een kanga noemen en die hen overdag beschermt tegen de zon en 's ochtends en 's avonds tegen de kou. De Masaï dragen over het algemeen rode kleding, omdat die kleur voor hen het leven en bloed symboliseert. Bovendien zou rood wilde dieren afschrikken. Het was een bijzondere ervaring omdat je ziet hoe men leeft zonder de voorzieningen die wij in NL kennen. Geen stromend water, geen elektriciteit, geen normale huizen en bedden etc.

Kenia, en gaaf kijkje in de keuken!