Boa Vista

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Boa Vista image

Boa Vista 1/2

Boa Vista
Kaapverdië
Mnonnnnnn

Boa Vista 1/2


In 6,5 uur vliegen we van Amsterdam naar Boa Vista, het grootste eiland in het archipel van de Kaapverdische eilanden. Dat bestaat in totaal uit tien eilanden waarvan Boa Vista en buurman Sal het toeristisch zijn. Boa Vista is het meest oostelijk gelegen van alle eilanden en ligt daarmee het dichtsbij het vaste land van Afrika: 450 km naar rechts vind je Dakar/Senegal.De eerste kennismaking met de eilanden is het heldere blauwe water dat je vanuit je vliegtuigraampje witte stranden ziet omringen. Achter die witte stranden is het voornamelijk vlak en op het oog dor. De landing vereist nogal wat van de piloten. De enige landingsbaan van Boa Vista is namelijk kort en doodlopend. Wie niet op tijd remt rolt door de vlaktes in. Hier dus geen rustig taxiën, maar vol in de ankers. Eenmaal tot stilstand gekomen 360 graden draaien en terugrijden naar het gebouwtje aan de rechterkant dat ongeveer de grootte heeft van het eerdere vliegveld Twente.

Het verschil met vliegvelden zoals wij die kennen en deze op Boa Vista is dat deze meer weg heeft van een restaurant; alles is open; vanuit het vliegtuig loop je tegen aan op wat je als eerste zou in schatten als terras, omheind door glas inclusief parasollen. Het is de vertrek-"hal". Links daarlangs heen onder een afdakje vind je de paspoortcontrole. Onze paspoorten werden amper een blik waardig gegund en vluchtig voorzien van een stempel. Doorlopen naar de enige bagageband. De koffers liggen er al zodra iedereen langs het paspoortpoortje is. Gevoelsmatig staat het vliegtuig ook direct aan de andere kant van de muur waar de koffers "uitkomen" dus dit schetst niemands verbazing. De rest van het vliegveld lijkt te bestaan uit een klein pleintje, onder de blote zon waar de mensen zich verzameld hebben die met ons vliegtuig weer terug moeten.

De bus is een blauwe TUI- bus die we uit Nederland lijken te kennen. Zeker als we vertrekken richting ons hotel en alle het andere verkeer dat we tegenkomen voornamelijk bestaat uit pickups kon dit wel eens een afgekeurde of te oude Nederlandse TUI-bus zijn waarvan we er onderweg nog een paar tegenkomen.

Het vliegveld ligt in Rabil. We kunnen vanaf de vertrekplaats van de bus de zee zien liggen maar vertrekken richting het binnenland. Na zon 500m komen de eerste bebouwing tegen. Of beter gezegd: gedeeltelijke- bebouwing. Allerlei beschadigde of half afgebouwde bouwwerkjes te vergelijken met het betonnen-karkas van een huis in aanbouw. Alleen lijkt het hier al jaren in aanbouw te zijn. De zeldzame verf die aanwezig is afgebladerd en niemand lijkt er naar om te kijken. De armoede straalt er duidelijk vanaf als we het dorpje verder in rijden. We zien wat inwoners rond hun woningen slenteren, kijkend naar waarschijnlijk weer zon grote blauwe bus, vaak twee keer zo groot als hun huisje vol blanken in de airco die verbaasd terugkijken. Her en der lopen wat dieren, voornamelijk geiten, af en toe een hond of een ezel scharrelend tussen auto's zonder banden, wat strandbedjes die vast bij een hotel zijn meegenomen of tussen de kleurrijke volle waslijnen.
Rabil ligt bovenop een soort rotsgebergte van enkele tientallen meters hoog. We verlaten het dorp via de achterkant langs een steil aflopend pad. De bus rijdt stapvoets voor zijn eigen behoud en waarschijnlijk het welzijn van zijn medereizigers. Het pad is namelijk meer te vergelijken met een breed uitgevallen wandelpad dan een weg voor touringcars. Onderaan het pad veranderd de omgeving, waar het net nog dor was en enkel bestond uit zand begeven we ons plotseling in het groen. Palmbomen, hoog struikgewas en water, zoals je je een oase zou voorstellen. Een kleintje. Want na enkele meters wordt het groen weer verruild voor zand en stenen. De rit naar het hotel bedraagt 30 minuten. Als de wegen er uit hadden gezien zoals bij ons was dit waarschijnlijk nog geen kwartier. Hortend en stotend over de paden vol stenen en gaten werkt de bus zich richting het zuiden van het eiland. Onderweg komen we amper mensen tegen. Af en toe een paar 100m2 gebied omheind met plastic zakken en daarbinnen enkele auto's wat je doet denken dat er mensen zouden werken, maar we zien niemand. De omgeving is nog steeds rotsachtig en met voornamelijk zand maar ook af en toe groen. Het land is in dit gebied vrij vlak met twee uitschieters; twee bergen in de verte. Na zon 20 minuten zien we plotseling asfalt verijzen. Niets in de buurt, maar wel een net nieuwe asfaltweg. De bus kan eindelijk wat tempo maken en bereikt al snel een heuse rotonde. Een grote rotonde, maar wel een makkelijke. Het heeft vier "uitgangen" maar kiezen is een eitje; er zijn maar twee wegen op aan gesloten van die ene kom je net af. Dus maar één optie. De andere uitgangen houden een paar meter vanaf de rotonde abrupt op. Van deze rotondes komen er nog heel wat voordat we de kust weer beginnen te naderen. Wanneer we een bocht omkomen verschijnt plotseling in de verte de kustlijn met zijn witte stranden en golfen die witte koppen het zand op duwen. De fototoestellen vormen kort een orkest van klikjes. Zodra de bus verder draait is het tijd voor een nieuw couplet; aan de horizon verschijnt in de verte het hotel. Met zijn lichte gevels tientallen torens lijkt het een groot uitgestrekt zandkasteel. Eromheen is niets anders dan zand en zee. Als we dichterbij komen zien we hoe gigantisch het complex is, zeker zo groot als het dorp Rabil bij het vliegveld. Het contrast tussen dat dorp en het hotel is echter schril. Van de overduidelijke armoede komen nu ineens in de luxe, slechts 20km ertussen. Kenmerkend is dat we het afgelopen uur amper flora hebben gezien en nu hier, bij de ingang van het hotel, onze eerste blik valt op de rotonde van de toegangsweg met allerlei exotische planten in mooie kleuren.