Gambia, the smiling country
Gambia, the smiling country
Na een zware verhuizing waren mijn vriend en ik toe aan een weekje zon, zee, strand en .... niks doen. Ons reeds geboekte weekje Egypte viel in het water vanwege de onrust op dat moment en ineens moesten we op zoek naar een nieuwe bestemming. Niet te duur maar waar in februari/maart het wel strand weer is. In 2006 was ik al een keer 3 weken in Gambia en Senegal geweest en ik wist dus dat dit een heel goed alternatief was. Wat was het heerlijk om weer terug te zijn in Gambia, al was het dit keer een totaal ander soort reis. Waar ik in 2006 ben rond getrokken kwam ik nu voor een weekje relaxen op het strand.
We hadden gekozen voor hotel Kombo Beach. Een prima hotel, mooie ruime kamers, mooi zwembad, veel ligbedden bij het zwembad en op het strand en lekker uitgebreid ontbijt buffet. Het enige nadeel was dat het hotel erg groot was waardoor en weinig contact was met de mensen die er werkten.
Gezien we niet hadden gekozen voor het all inclusive concept zijn we elke avond ergens anders uit eten geweest. Dit is zeer goed te doen te voet of met een taxi. We hadden al snel een "prive" chauffeur gevonden die we op welk tijdstip dan ook kwam ophalen om ons ergens heen te brengen. Dit was erg prettig omdat we niet steeds weer hoefde te onderhandelen over de prijs en hem konden bellen als we weer opgehaald wilde worden. Want onderhandelen is part of the culture.
De eerste avond hebben we heerlijk gegeten vlakbij ons hotel, Captains table. We konden hier naartoe wandelen, wat we voor de eerste avond wel prettig vonden. Vooral de visgerechten zijn hier heerlijk en de chicken Yassa. Nog een aanrader voor als je wat duurder en chiquer uiteten wil is Ngala Lodge. Je ziet hier op een klif met een fantastisch uitzicht over zee en het eten is erg lekker. Drie avonden zijn we gaan eten bij The Butcher's shop in Fajara, dit is echt een aanrader. Een restaurant wat wordt gerunt door een Marokkaanse Gambiaan en wat echt heerlijk eten serveert. van een heerlijke steak (die verder in Gambia lastig te vinden is) tot lekkere tapas. De eigenaar komt elke avond even langs de tafeltjes om een praatje te maken en dat maakt het natuurlijk even af. Het ziet er ook erg gezellig uit, echt een aanrader dus.
Naast dat we er heerlijk hebben gegeten werd ik na een paar dagen strand toch wat onrustig en wilde wat meer van het land zien. Ook omdat mijn vriend nog niet eerder er was geweest moesten we toch wat cultuur gaan snuiven. Na wat onderhandelen met deze en gene hebben we een dagtour geboekt bij een lokale agent. Eerst zijn we met de auto naar Serekunda market gegaan. De vorige keer ben ik naar de markt in Banjul geweest maar ik kan zeggen dat de markt in Serekunda eigenlijk nog meer indruk heeft gemaakt. Door hele smalle straatjes loop je over de markt waar je je ogen uitkijkt. Al die lokale producten, groenten, fruit, kleding, kippen, vissen en alles door elkaar. Ook de kleuren van de kleding van de mensen en de mensen zelf zijn echt om je ogen erbij uit te kijken. Het grote verschil met de markt in Bajul is dat die markt veel houtsnijwerk heeft en dat heeft de markt in Serekunda nauwelijks. Op de markt ben je als "blanke" ook echt een bezienswaardigheid. Bij navragen mochten we wat foto's maken van een paar Gambiaanse vrouwen die daar groenten verkochten maar... ze wilde ook een foto van mij en mijn vriend maken op hun telefoon met een van hen ertussen. Vergeet nooit na te vragen of je een foto mag maken, want vaak willen ze niet of willen ze er geld voor. Stiekem foto's maken is natuurlijk ook een optie.
Na de markt hebben we nog de batik factory bezocht. Erg leuk om te zien hoe ze daar de batik kleden maken en uiteraard willen ze ook hier weer verkopen.
Door onze taxichauffeur werden we die avond nog uitgenodigt voor een lokaal reggae feest, wat ook echt fantastisch was. Er waren geen toeristen en iedereen was aan het dansen, springen en aan het lachen en aan het blowen. Veel Gambianen zijn Moslim en drinken dus geen alcohol maar blowen mag wel. We werden er al bijna stoned van de geur. maar wat is een reggae party zonder blowen.... Iedereen maakte met ons een praatje en een dansje en probeerde ons stijve Hollanders wat reggae moves aan te leren. Aan het eind van de avond had ik kramp in mijn kaken van het lachen.
Vanaf het hotel zijn we meerdere malen lekker gaan wandelen over het strand. Want wat is het mooi, met al die verschillende vogels die je tegen komt, het witte zand en de blauwe zee. Onderweg kwamen we een paar vissers jongens tegen die nog op de tradidionele manier visten. Wij konden meehelpen en wat is dat een ongelooflijk leuke ervaring. Ze gooie met een bootje de netten uit op zee en aan 2 kanten halen ze de netten binnen, totdat ze bij elkaar komen. Het is zwaar werk om die netten binnen te halen en helaas hadden ze ook deze keer een slechte vangst. De vissen worden op het strand direct verkocht aan lokals en aan restaurants en wat over blijft wordt op het strand gevilt. Naderhand vragen ze wel een bijdrage van de toeristen om de netten te repareren wat wij met alle liefde aan ze hebben gegeven.
Het is een arm land en de Gambianen proberen op wat voor manier dan ook geld te verdienen. Je wordt overal aangesproken door de lokale bevolking. De meeste mensen willen je wat verkopen maar velen vinden het ook heel leuk om een praatje met je te maken. Laat je er niet door afschrikken, de mensen zijn heel erg aardig.