Omovallei, Ethiopië
De inwoners van het zuiden van Ethiopië, en met name de volksstammen in de Omovallei, zijn buitengewoon fotogeniek. Vrijwel niemand die het gebied bezoekt, kan dan ook de verleiding weerstaan de camera erbij te pakken. Het is een verleiding die je duur komt te staan – je zal niet alleen grof geld moeten betalen, maar ook worden geconfronteerd met de meest afschuwelijke schaduwkanten van het toerisme. Hoe ver ben jíj bereid te gaan voor het perfecte plaatje?
Tekst Mark Mackintosh, Fotografie Louise ten Have
What's wrong with this picture?
‘Sla me! Sla me dan!’ Dami schiet bliksem met haar ogen. Haar
smeekbede is gericht aan een woest uitziende jongen van amper
achttien, met een ontbloot bovenlijf, twee veren achter zijn oren
en een vlijmscherpe tak in zijn hand. Met volle kracht heft hij de
zweep achter zijn hoofd en mept ’m op Dami’s naakte rug. ‘Harder!’
bijt ze hem toe. ‘Harder!’ Een enkele tel twijfelt de jongen, maar
dan licht hij de tak weer op en laat hem met een misselijkmakende
klets op Dami vallen. Haar rug is volledig opengereten, het bloed
gutst over haar met rode oker ingesmeerde lijf en geitenhuiden
rok.
Als in een waas staar ik Dami aan, besef me met een schok waar ik
sta – aan de oever van een opgedroogde stroom bij het dorpje Turmi.
In het hart van het mysterieuze Hamervolk, in het zuidelijke puntje
van Ethiopië. En
te midden van vijftien vrouwen die aan gort worden geslagen en
niets liever willen. Ze stampen hun voeten, blazen op koeienhoorns
en verdringen elkaar om de jongen met de tak aan te vuren. De
zoete, weeïge geur van zweet en bloed hangt in de lucht. Sommige
vrouwen zijn in trance – slechts hun oogwit is zichtbaar. (...)
Lees het volledige artikel in Columbus Magazine Editie 27
Klik om te kijken of de papieren editie of de digitale editie nog beschikbaar is.