De droom van twee Nederlandse avonturiers in Botswana
Twee Nederlanders die zonder enige ervaring een safarikamp in de Afrikaanse wildernis draaiende proberen te houden. Perfecte materie voor een spannende avonturenfilm. Willem Bakhuys Roozeboom en zijn vrouw Nienke vlogen in 2012 hun droom achterna, die hen naar de Okavango Delta in hartje Botswana bracht.
Van een huis op het Damrak
en een goedbetaalde baan naar een tentje in Afrika en een onzekere
toekomst als safarikampmanager. Wat doen twee Nederlanders in de
bush van Botswana?
‘Ik heb jarenlang in film
gewerkt, mijn vrouw is fysiotherapeute. Op een gegeven moment was
ik er klaar mee om de zoveelste film te verkopen. We wilden allebei
iets echts. Afrika heeft ons altijd al getrokken. Dit continent
geeft ons zo’n enorme ontlading op deze drukke westerse wereld. We
stelden onszelf de vraag waar we nou écht gelukkig zouden zijn. Het
antwoord vonden we op een plek zonder al te veel prikkels: Botswana was
onze ideale bestemming.’
Die keuze is vooral gekomen door andere landen in
zuidelijk Afrika af te strepen. Is er nu helemaal niks negatiefs op
te noemen over Botswana?
‘Natuurlijk blijft het een Afrikaans land, dus alles duurt vaak wat
langer dan we gewend zijn. Een afspraak om twaalf uur kan zomaar
elf uur worden, maar vaak wordt het drie of vier uur. Al is dat
volgens mij in ieder Afrikaans land zo. Specifiek voor Botswana kan
ik écht niks verzinnen wat me niet aanstaat.’
Uiteindelijk vertrokken jullie naar Botswana om daar
drie verschillende safarilodges te gaan managen. Hoe zijn jullie
aan deze adresjes gekomen?
‘Door mijn werk kwam ik in contact met wildlife-filmers. Ik ben op
internet gaan zoeken en kwam uit bij de Okavango Delta. Volgens ons
de mooiste plek op aarde. Het leek ons wel wat om hier een
safarikamp te runnen. Geen groot bedrijf met ingewikkelde systemen,
maar een kleinschalig kamp waar we onze eigen stempel op konden
drukken. We wilden ons inzetten voor het behoud van de natuur en
dan het liefst op een plek die een beetje door de buitenwereld
verstoten was. Via via heb ik het adres van een lodge weten te
achterhalen die ons wel aanstond.’
En toen?
‘Ik heb een mail gestuurd waarin ik vertelde wie we zijn en dat we
graag voor hun wilden komen werken. Nu, volgend jaar of over tien
jaar. Als er ooit een opening was, zouden we onze baan opzeggen en
die kant op komen. Vrij snel kregen we antwoord terug. Onze mail
klonk hun interessant in de oren, maar op het moment hadden ze niks
beschikbaar. Een paar maanden later, tijdens onze huwelijksreis in
Zimbabwe, heb ik de satelliettelefoon gepakt en nogmaals gebeld.
Ach, jullie zijn nu toch in de buurt, kom maar even langs. We
willen jullie wel even zien, zeiden ze. We zijn van Zimbabwe naar
Botswana gereden, waar we een vier uur durend gesprek hadden. Een
zeer goed gesprek, want we hadden de baan.’
Totaal geen ervaring, maar toch manager worden van een
safarikamp. Hoe kan dat?
‘Wij reizen al jarenlang met z'n tweetjes door Afrika. Hoewel we de
nodige lekke banden en andere hindernissen hebben gehad, hebben we
dat altijd maar voor lief genomen. Dat was voor hun de doorslag om
deze deal aan te gaan. Ze vertelden ons: hoe je een glas champagne
in moet schenken leren we je nog wel. Als je je maar aan kan
passen, dan kom je al een heel eind.
We werden gelijk de managers van het kamp. Eerst werden we een
maand lang ingewerkt door twee andere mensen. Die zijn toen
uitgevlogen, met de boodschap: Hier is de sleutel van de kluis.
Succes en we horen het wel!'
Wat is de belangrijkste les die jullie tijdens dit
avontuur hebben geleerd?
‘Heel veel mensen zeggen dat als je iets echt wil, je het gewoon
moet doen. Het moeilijkste voor ons was dat we niet precies wisten
wát we wilden. We hebben er met z'n tweeën heel lang over gedaan om
daar achter te komen. Op een gegeven moment hebben we alles op een
rijtje gezet. Daarna ging het vrij snel. Volg je dromen! Al was dat
vooral een les van tevoren. De les achteraf is uiteindelijk de
titel van het boek dat ik heb geschreven: You Run You Die. In het
begin ben ik een keer weggerend voor wilde honden. Die zijn
natuurlijk als een speer achter me aan gerend. Ik kon nog net op
tijd ergens op springen. Ik zal voortaan echt niet wegrennen voor
een leeuw, luipaard of wilde hond. Maar bij een ontmoeting met een
nijlpaard neem ik toch wel de benen hoor, haha.’
Lees het hele avontuur in het boek You Run You Die: http://www.yourunyoudie.nl/.
Foto credits: Willem Bakhuys Roozeboom