Angola
Expeditie Angola
Angola here we come !
“Dat jullie dit durven” wordt ons gevraagd. “Wat doe je als je pech krijgt met de auto?” Robert (mijn zuid-afrikaanse man) en ik hebben er maar 1 antwoord op: “confidence” ! Heb vertrouwen in je voertuig maar vooral in je eigen kunnen.
Het is de avond voor het vertrek van onze reis naar Angola. We zitten samen met vrienden en familie rond de auto waarmee we morgenvroeg op reis zullen gaan en genieten van een gezellige braai (barbeque).
Het zal niet zomaar een reis of een avontuur worden, maar een heuse expeditie ! We gaan de reis vanaf de oost kust van Zuid-Afrika maken in een auto die Robert zelf gebouwd heeft. Elk schroefje heeft hij er persoonlijk ingedraaid en hij kent de auto dus letterlijk van binnen en van buiten. Het voertuig heeft de naam Afrikar gekregen, is door alle keuringen gegaan en daarmee dus een officieel geregistreerde auto. De Afrikar is zijn eigen ontwerp en daarmee absoluut uniek! Hij is gebouwd om over zeer ruig terrein en door diep water te rijden en we hebben er al veel bijzondere reizen mee gemaakt.
De afgelopen maanden hebben we ons erg rusteloos gevoeld. We werden ’s nachts vaak wakker, konden ons overdag niet concentreren en hadden de enorme behoeft aan het bekijken van reis foto’s. Deze kwaal is heel ernstig, heet ”reiskoorts” en er is maar 1 remedie; op reis gaan. En wel zo snel mogelijk !!
Omdat we altijd een sterke behoefte hebben aan reizen “off the beaten” track willen we graag een land bezoeken dat totaal niet toeristisch is en weinig wordt bezocht. We zijn het al snel samen eens dat het Angola zal worden. Dit land heeft een roerige geschiedenis achter de rug. Na de onafhankelijkheid van Portugal in 1975 begon er een burgeroorlog die 27 jaar duurde. Na een lange strijd tussen de MPLA en UNITA is er in 2002 eindelijk vrede getekend door alle partijen.
Het land fascineert ons, er is een lange kustlijn langs de Atlantische Oceaan, er zijn bergen en grote rivieren. De natuur moet prachtig zijn. Maar er zijn ook; zeer slechte wegen, kapotte bruggen en landmijnen. Als je op Google informatie zoekt vind je alleen zeer negatieve berichten. We vragen ons af of dit wel “up to date” is en besluiten daarom contact te zoeken met de minister van toerisme.
Meneer Eduardo Chingunji blijkt enorm enthousiast over ons idee om door zijn land te reizen. Hij zegt dat er veel veranderd is en dat er zeer hard gewerkt wordt aan de wederopbouw van Angola. Volgens hem zijn ook alle negatieve berichten achterhaald en is zijn land zeker niet gevaarlijker dan bijvoorbeeld Zuid-Afrika en Mozambique. De wegen zijn nog altijd in slechte staat maar met het juiste voertuig en in de droge tijd van het jaar moet het absoluut lukken om door het land te reizen. Hij belooft te assisteren bij het verkrijgen van een visum door ons een persoonlijke uitnodiging te sturen om zijn land te bezoeken. Voor Angola heeft iedereen een visum nodig maar dit kun je alleen krijgen als je een uitnodiging vanuit het land zelf hebt. Hij houdt zijn woord en stuurt ons per fax een prachtige brief in portugees waarin staat geschreven dat we toestemming hebben om door het hele land te reizen. Hiermee kunnen we bij de ambassade in Pretoria een visum aanvragen.
Deze aanvraag verloopt snel en professioneel al waren de kosten hoog; we betaalden R 750 per persoon (circa 75 Euro). Voor ons is dit heel veel geld !
Via Tracks4Africa uploaden we een digitale kaart van Angola voor onze GPS. Helaas staan hier alleen de grote steden op en de hoofd routes maar geen kleinere wegen. Ook bestellen we een papieren landkaart want stel je voor dat de GPS ermee ophoudt ! De landkaart moet van ver komen want er is blijkbaar nog nooit eerder naar gevraagd. Hierop vinden we wel de kleinere wegen en dorpen. We hebben alleen geen idee hoe recent de kaart is. Hij zou zomaar nog kunnen dateren uit de tijd van de portugese overheersing !
Langzaam aan vorderen alle voorbereidingen. Robert bouwt een extra brandstof tank in de auto zodat we nu 150 liter diesel kunnen tanken waarmee we bijna 1500 kilometer kunnen rijden. We weten tenslotte niet hoe vaak we onderweg een benzine station zullen tegen komen. Hij zorgt ook voor veel extra onderdelen voor de auto en natuurlijke een gereedschapskist. Verder hebben we een extra grote container met drinkwater. De “eerste hulp tas” wordt aangevuld met anti-biotica en medicijnen tegen alle mogelijke kwalen die we maar kunnen bedenken.
We weten niet hoe het onderweg met accommodatie gesteld zal zijn en nemen daarom een tent en matrasjes mee. Ook een warme slaapzak omdat we eind juni vertrekken en dan de winter begint. We pakken een plastic box vol met etenswaren; veel blikjes, pasta en gedroogde aardappel puree. Verder gaat de box tot het randje vol met koffie, houdbare melk en worden er in de hoekjes uien en knoflook gepropt. Elk gaatje wordt gevuld !
De minste plaats is er voor onze persoonlijke spullen. Zoveel kleding heb je niet nodig, er zijn veel rivieren dus we kunnen vaak wassen.
Tijdens de braai met familie en vrienden pakken we de laatste spullen in de auto. We gaan vroeg naar bed en hebben de wekker gezet op 03h30.
We zijn er klaar voor; Angola here we come !!