Glaciares

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Glaciares image

Glaciares

Glaciares
Argentinië
Neretslok

Blij dat ik glij. Een modern sprookje.

“Hé, je zit weer te suffen, doorglijden lieverd!”

Ruw ontwaakte ze uit haar overpeinzingen. Eh ja, glijden, ja natuurlijk. Hij zei het wat nors, maar hij bedoelde het goed. Achter haar voelde ze inderdaad het gedrang. Maar dat was eigenlijk altijd zo geweest. Doorgaan, dat was het motto zo lang zij het zich kon herinneren.

“Blij dat ik glij, schat, weet je nog? “ zei ze glimlachend.

Hoe vaak hadden ze dat niet tegen elkaar gezegd in hun bijna voorbije leven. Samen hadden ze de 30 kilometer bijna voltooid.

Een meter per dag, en dat 80 jaar lang. Begonnen als sneeuwvlokje en bovenaan de Perito Morenogletsjer neergedwarreld, waar de sneeuw, de regen, de vorst en de gure Patagonische wind haar snel tot een stevig blok ijs had getransformeerd. Hij was haar direct al opgevallen. Hij was een paar sneeuwbuien eerder gevallen en ze had zich snel bij hem gevoegd. Sinds die tijd gleden ze onafscheidelijk door.

Vijf en tachtig jaar om naar beneden te glijden, en vandaag was het zover. De beloning zou vandaag komen, het ultieme doel zou worden bereikt.

Met een donderend geraas zouden ze in het Lago Argentino, zeventig meter lager, storten om daar, de mooiste vormen en kleuren aannemend, nog een paar maanden in alle rust naar het onvermijdelijke einde te deinen. Elke dag stralender, elke dag een stukje kleiner. Bewonderd in hun eigen ijsparade door duizenden, tienduizenden mensen. En uiteindelijk ze zouden terugkeren naar wat ze eigenlijk waren: water. Water to water. Opgenomen in het grote geheel van de eindeloze zee. De cyclus voltooid. Het einde wordt weer het begin.

Het kon niet lang meer duren.

“Kijk, de hekken zijn ook al weer open” zei hij, om de spanning te breken. “Ja, ik zie het”. Honderden mensen verdrongen zich weer op de platforms. Iedere dag stond het vol. Vroeger waren ze er niet, maar de laatste jaren was het hard gegaan. Steeds meer kwamen er en heimelijk was ze er wel blij mee. Onder verrukte kreten en applaus zouden ze haar grote val aanschouwen. Zonder publiek geen spetterende apotheose.

“Als dat geen reisreporters zijn” zegt ze. Het was niet moeilijk ze te herkennen. Ook daarvan waren er steeds meer gekomen en je pikte ze er zo uit. Verwoed knippend met hun camera’s. “Tja, die rode ster is wel erg fel begeerd”, antwoordde hij. Ze kon zich er niet zo veel bij voorstellen. Gele sterren, dat vond ze mooi. Flikkerend in de ijskoude poolnacht. Ze kon er uren naar kijken. En zij zou straks zijn blauwe ster zijn. Maar rode sterren? Het liet haar ijskoud. Rare lui toch, die mensen.

Het was snel gegaan, de tachtig jaar. Eigenlijk stond er een paar jaar meer voor, maar de laatste jaren was het twee keer zo hard gegaan. Global warming. Ze had er van gehoord. Hoe moest dat nu in de toekomst? Ze maakte zich er toch druk over. Voor haar was het bijna voorbij, maar het leek allemaal de verkeerde kant op te gaan. Je hoorde zelfs fluisteren dat de gletsjers aan het einde van deze eeuw verdwenen zouden zijn. Brr….ze kreeg het koud bij de gedachte.

Ze keek nog eens naar hem. Hij was oud geworden, hij kraakte steeds meer en hij had veel zwarte plekken gekregen. Zij ook, ze realiseerde het zich. Maar straks zou ze stralen voor hem, nog blauwer dan blauw.

“Schat, het is zover. Na deze ben jij aan de beurt”. Ze wist het. Ze ging het eerst, want ze lag iets voor. Hij zou haar nakomen.

Het ging snel. Kraken aan alle kanten, er werd hard geduwd met enorme ongekende krachten en het leek even of ze samengedrukt zou worden. Ze scheurde prachtig af. De vrije val ging zo snel dat ze er vrijwel niets van meekreeg. Ze dacht nog geklik van camera’s te horen.

Kopje onder in het lauwe, bijna warme water. Wat een bevrijdend gevoel. Ze kwam weer boven. Wat was dat drijven een sensatie na al die jaren van glijden. Hij zou snel volgen. Ze dobberde alvast een eindje vooruit om plaats te maken. Het voelde als de hemel.

“Wat is ze mooi” dacht hij. Hij hield zich in, want dit moment wilde hij nog even vasthouden.

“Mijn eigen ice queen. Wat een prachtige scherpe puntige vormen. Sexy zelfs. Fraaie grillige lijnen. Wat is haar huid glad en doorschijnend. En wat is ze prachtig blauw. Heavenly blue”. Hij smolt bijna, van ontroering. En met een enorme druk achter zich werd hij naar de rand geduwd.

“I’m on my way, baby”…….