De 10 beste restaurants en culinaire ervaringen van Europa
Van het beste sterrenrestaurant van Berlijn en een goed verscholen Siciliaanse boerderij tot de markten van Lyon en een ginstoker in Engeland: dit zijn de favoriete culinaire tips van de Columbus-redactie.
1. Trakteer jezelf op een biologisch tiengangendiner in Berlijn
De meest memorabele fine dining experience van Berlijn vind je bij Nobelhart und Schmutzig. Dit designrestaurant gaat verscholen achter een anonieme winkelraam in een anonieme straat in Mitte, maar eenmaal binnen is het één en al karakter. Alle 26 gasten zitten rondom een open keuken en krijgen hetzelfde tiengangenmenu voorgeschoteld, van een perfect gekookt stukje Baltische kabeljauw in een wortelsoepje met gedroogde kamille tot ingemaakte paardenbloemknoppen die lichtjes in boter zijn gebakken. De koks gebruiken uitsluitend ingrediënten die uit de omgeving van de stad of de noordelijke deelstaat Mecklenburg-Vorpommern komen. Als chocaholic of fan van peper of citrusvruchten ben je hier dus aan het verkeerde adres, maar je zal je dit culinaire avondje Berlijn nog lang heugen.
2. Destilleer je eigen gin in Sheffield
Bij Locksley Distilling in Sheffield staan voor bezoekers een stuk of tien roodkoperen distilleerketeltjes opgesteld. Daarachter staan glazen potten met maar liefst zestig verschillende kruiden, bloemen en stukjes gedroogd fruit. Met andere woorden: je mag hier je eigen gin stoken! Doordat de basisalcohol van gin een neutraal karakter heeft, moet deze op smaak worden gebracht. Hiervoor kun je de meest uiteenlopende ingrediënten gebruiken. De jeneverbes is de bekendste, naast koriander, limoen en kaneel. Maar in ons arsenaal bij Locksley zien we ook paardenbloem, peper en vlierbloesem. ‘Veel om uit te kiezen, maar wil je het geheim van de beste gins weten?’ vraagt Gin School-leraar Joe retorisch. ‘Less is more!’
3. Proef Scandi streetfood (en klop aan bij een dakboerderij) in Kopenhagen
Als je van streetfood houdt, is REFFEN niet te overtreffen. Deze bonte stoet aan foodtrucks en -kraampjes staat op een terrein in de voormalige haven, te midden van industriële scheepscontainers, -werven en pakhuizen. Sinds zijn opening in 2018 is REFFEN een doorslaand succes. Vooral met lekker weer is het er heerlijk zitten en struinen. Er worden geregeld workshops en evenementen georganiseerd.
Een andere goede eettip in Kopenhagen is ØsterGRO. Het is een boerderij als elke andere, ware het niet dat hij is gelegen op het dak van een oud autoveilinghuis. Op een oppervlakte van zeshonderd vierkante meter wordt hier biologische groente verbouwd, net als kruiden en eetbare bloemen. Om het plaatje compleet te maken staan er ook nog een kippenhok, bijenkorven en een broeikas. In deze broeikas − Gro Spiseri − kun je van maart t/m januari genieten van seizoensgebonden shared dining.
4. Wees van alle markten thuis in Lyon
Parijzenaren willen het niet horen, maar de werkelijke gastronomische hoofdstad van Frankrijk is Lyon. Nergens anders in het land vind je zo veel restaurants per hoofd van de bevolking. Een plek die je daarom absoluut gezien moet hebben, is de moderne Halles de Paul Bocuse, vlakbij het Part-Dieu station. Het complex huist kramen van maar liefst zestig verkopers, met onder andere kaviaar en foie gras (kraam van Claude Rolle), heerlijke chocola (kraam van Sève Maitre), kikkerbillen, truffels, wijn en regionale kaasjes en brood. Extra tip: ben je op zaterdag in de stad, dan is de boerenmarkt Marché Quai Saint-Antoine aan de kades bij de rivier de Saône een absolute must. Onder de vele regionale specialiteiten: honing, wilde aardbeien en ham.
In de avond ga je uit eten in een bouchon Lyonnais, een traditioneel huiskamerrestaurant waar vroeger arbeiders een stevige maaltijd kwamen halen. Zo'n maaltijd in een bouchon kan al snel overgaan tot een lange en gezellige avond met totaal onbekenden. Je zit tenslotte allemaal aan dezelfde lange houten tafels. Vegetariërs of mensen met een zwakke maag kunnen helaas op weinig begrip rekenen – specialiteiten zijn andouillette (worst van ingewanden), tripe à la Lyonnaise (rundpens), pieds de veau (kalfsvoet), saucisson chaud (warme worst) en poulet au vinaigre (kip met azijn).
5. Duik in de culinaire diversiteit van Luik
Einstein zei ooit: ‘Logica brengt je van A naar B. Verbeelding brengt je overal.’ Dat zou je ook kunnen zeggen over Le Labo 4. Want het is niet bepaald logisch om een restaurant te vestigen in een oud scheikundelokaal. Maar de locatie maakt deze eetervaring – je dineert tussen de reageerbuisjes, gasbranders en veiligheidskranen – des te interessanter. Noteer ‘m bovenaan je Luikse to-do lijstje!
Eet je vegetarisch? ga dan naar En Ville. Dit biologische vega lunchplekje verhuisde niet al te lang geleden naar het centrum – vrij vertaald: En Ville – maar is nu al een succesnummer. Laat je overigens niet misleiden door haar ligging naast de ingang van een parkeergarage. Want de hartige gerechtjes en het gemêleerde publiek smaken absoluut naar meer.
En tot slot de klassieker: de Luikse wafel. Maar waar haal je de allerlekkerste? Veel locals zullen je dorsturen naar Une Gaufrette Saperlipopette. Je staat er waarschijnlijk in de rij, maar het is het wachten waard. De wafelijzers staan in een hoekpand aan de overkant. Steek er je hoofd naar binnen om te zien hoe ze gemaakt worden. Bestel: gaufre de Liège – een suikerwafel met kaneel- of karamelstukjes.
6. Lunch bij een geitenboer in Zwitserland
Op de grote groene alpenweide Alpe Nimi, hoog boven de Maggiavallei in het kanton Ticino, ligt de geitenboerderij van Pietro Zanoli. Hoewel het mondaine Ascona hemelsbreed nog geen tien kilometer verderop ligt, waan je je hier ver van de bewoonde wereld. Bereik met je mobiel heb je hier niet en druk zal het er ook nooit zijn – je kunt er alleen maar te voet komen via zware trails vanaf Gordevio, Maggia of de eerste etappe van de Via Alta Vallemagia (Cardade-Alpe Nimi). Behalve geitenboer is Pietro ook gastheer van een berghut en verwelkomt hij einde middag zijn gasten met een apéro, een borrel op z’n Ticino’s met onder andere zijn zelfgemaakte geitenkaas, salametti, olijven, cornichons, prosciutto en versgebakken brood. Het uitzicht vanaf de alp is uiteraard fenomenaal.
7. Geniet van de Baskische keuken
Het hoofdgerecht van restaurant Baserri Maitea in het plaatsje Forua, ten oosten van Bilbao, is een typisch Baskische, culinaire topper: txuleton a la brasa con pimiendo roso, supermalse, gegrilde t-bone steak (1 kilo) met zeezoutkristallen en rode peper. ‘Het geheim zit ‘m in de houtskool die we voor onze gerechten gebruiken,’ zegt eigenaar en oud-profvoetballer Juan Antonio Zaldua. ‘Daarnaast letten we bij de bereiding heel goed op de hitte. Voordat het vlees de grill op gaat laten we het alvast voorgaren náást de grill.’ Daarnaast smaken de inmiddels bekende Baskische gerechten – croquetas, kokotxas (heekviskieuwen), amanitas en revuelto y hongos con foie a la brasa (ei met champignons en eendenlever) – hier weer totaal anders dan elders in de Baskische regio. Juan Antonio: ‘We hebben hier een gezegde: wees de peterselie in alle sauzen. Het betekent dat je beter van alles een beetje kunt weten dan van één ding een hele hoop. Zo steken wij Basken in elkaar.’
Eervolle vermelding in Baskenland: Chef-kok Iñigo Lavado. Want misschien ken je The Naked Chef al, maar ken je ook de Cycling Chef? Deze kok van restaurant Singular in Irun, die onder collega’s bekend staat als de bad boy van de Baskische cuisine, doet vóór zijn dienst in de keuken niets liever dan wielrennen. Het strakke restaurant hangt dan ook vol met fietsonderdelen en oude fietsen. Alvast wat calorieën verbranden vóór je aanschuift? Ga met hem mee wielrennen! Er zijn zelfs heuse fiets- en dineercombinaties mogelijk.
8. Proef Italiniaanse delicatessen in Ragusa
De toon werd meteen gezet toen de voltallige Columbus-redactie aankwam bij de Agriturismo Tenuta Margitello, in de Zuidoost-Siciliaanse regio Ragusa. In een mum van tijd stond onze tafel vol met lokale gerechten als zelfgemaakte ricotta, olijven uit eigen gaard, varkensworstjes uit eigen stal en scaccia (calzone met ricotta en tomaat) uit eigen keuken. Een andere culiniare vondst op Sicilië is Delicatessen In Drogheria in Ragusa-Stad, met ambachtelijke panini waar zelfs Anthony Bourdain zijn vingers bij zou aflikken.
9. Geniet van verse vis in de IJslandse Westfjorden
Ga je het avontuur aan op de IJslandse Westfjorden? Onthoud dan de naam Tjöruhúsið. Het leuke aan deze eetplek is dat je er aan lange, gezamenlijke tafels zit en kunt opscheppen zoveel je wilt; de dagelijks vangst wordt op verschillende manieren klaargemaakt en als buffet aangeboden. Ook de locatie is gaaf: een houten huisje uit 1782. Nog een tip: wat bijna een eeuwlang het lokale supermarktje van Þingeyri was, is nu het zeer fijne Simbahöllin Coffeehouse. Doen, omdat je na een paar dagen wildkamperen vast toe bent aan goede koffie. En een Belgische wafel met rabarberjam. Je kunt er ook mountainbikes of fatbikebikes huren en een paardentocht boeken.
10. Proef in bier gegaard lamsvlees op Mallorca
De échte ster van Es Verger, een restaurant in een eenzame, wit geschilderde finca in de Tramuntana-bergen van Mallorca, is de lamschouder (paletilla de cordero), die langzaam staat te garen in de houtgestookte oven achterin de ruimte. Het geheime ingrediënt, zo onthulde iemand in zijn internetblog: San Miguel-bier. Het maakt het vlees extra sappig, waardoor het praktisch van het bot afglijdt. Alsof er een engeltje – nee, een heel léger van engeltjes – op je tong piest.
Houd je van lekker eten en drinken op reis? Doe inspiratie op voor je volgende trip met Columbus-editie 92, die geheel gewijd is aan de beste eet- en drinkervaringen ter wereld.
