Tips & tricks voor de beginnende wildkampeerder image
Lkoedam

Tips & tricks voor de beginnende wildkampeerder

Wildkamperen is kamperen zoals het ooit is bedoeld, zegt reisblogger, natuurfotograaf en gepassioneerd wildkampeerder Marc Lommert (31). Hij deelt zijn tips & tricks om van wildkamperen een groot succes te maken.


Met wildkamperen kom je op de mooiste plekjes (Foto: Chris Burkhard)

1. Écht even weg zijn

‘Ik ga wildkamperen omdat het voor mij de fijnste manier is om écht weg te zijn. Geen luidruchtige Engelsen in de tent naast je, geen keffende teckels uit die permanent bewoonde stacaravan en geen goederentrein die je om vijf uur ’s ochtends van je opblaasmatje trilt. Gewoon puur natuur, alleen jij en je omgeving. Uitzicht op een besneeuwde bergrug zonder ook maar iemand in de buurt. Thee zetten boven een vuurtje, wassen in een riviertje en sterren kijken zonder lichtvervuiling. Zo is kamperen ooit bedoeld.’

2. Bereid je mentaal voor

‘Voordat je gaat wildkamperen moet je goed nadenken waarom je het eigenlijk wilt doen! Het in het wild kamperen wordt − ook door mij − vaak geromantiseerd, maar er zitten echt niet alleen positieve kanten aan. Vaak lukt het niet of pas heel laat om een geschikt plekje voor je tent te vinden. Soms moet je die nog in de regen opzetten en een dag later in dezelfde regen weer afbreken, en een afdakje is er niet. Ga je je daarnaast echt in dat beekje wassen als het drie graden onder nul is en houd je de moed erin als je ’s nachts allemaal onbekende geluiden hoort? Kortom, heb je dit ervoor over?

Is het antwoord ja, dan komt het tweede dilemma: ga je in je eentje of met iemand anders, en in het laatste geval: met wie? Samen is natuurlijk gezelliger en voor je gevoel misschien ook wel veiliger, maar over het bepalen van een reisgenoot moet je niet te licht denken. Met iemand op pad gaan die fysiek veel sterker of juist zwakker is, is niet aan te raden: dat levert ergernissen op. Want ga je met iemand anders de wildernis in, dan ben je volledig op elkaar aangewezen: in goede maar ook in slechte tijden. Wees er dus zeker van dat je achteraf nog met die - gene door één deur kunt, want vaak reageer je je ergernissen op elkaar af, en het gemiddelde licht - gewichttentje is niet zo groot ...’


Zoekplaatje: spot de wildkampeerders (Foto: Jonas Jacobsson)

3. Goed materiaal is onontbeerlijk

‘Wanneer je door de bergen loopt wil je gewoon niet door je materiaal in de steek gelaten worden. Of het nu je schoeisel, je rugtas, je slaapmatje of je gaspitje is: alles moet gewoon werken en blijven werken. Bepaal van tevoren wat goed bij jou past en waar jij je het lekkerst bij voelt. En neem je, bijvoorbeeld voor een meerdaagse wandeling door de bergen, alles op je rug mee, let dan op het gewicht. Veel meer dan twintig kilo wil je echt niet op je rug hebben, dus dan tellen alle grammetjes. En hoe lichter het wordt, hoe hoger de kosten, maar bespaar hier alsjeblieft niet op − je gaat er spijt van krijgen.

Ook ik heb weleens de fout gemaakt door mijn spullen bij de Lidl of Aldi te halen, en soms gaat dat nog goed ook. Maar toen ik voor de tweede en derde keer op een cruciaal moment door mijn goedkope materiaal in de steek werd gelaten, besloot ik om alleen nog maar voor goed materiaal te gaan. Dan maar ietsje duurder.’

4. Je kunt prima wildkamperen op plekken waar het eigenlijk verboden is

‘Wildkamperen is namelijk op de meeste plaatsen verboden, of in ieder geval moet je toestemming hebben van de landeigenaar. Dat is in veel gevallen een boer, maar hoe vraag je die om toestemming op 2500 meter hoogte, zonder enig idee waar die woont? Dat blijkt in de praktijk vrij lastig, maar niet getreurd, want wanneer je je als fietser of hiker aan de ongeschreven wildkampeerwetten houdt, is er zelden iets aan de hand. Zorg er daarom voor, waar je ook in het wild kampeert, dat er, behalve wat belopen gras, geen enkel spoor van je aanwezigheid achterblijft. Neem je afval − ook sigarettenpeuken en etensresten − met je mee en graaf uitwerpselen in. Gebruik tijdens het wassen in beekjes biologische zeep en ga respectvol om met dieren, hoe klein ook.’

5. Elke plek waar je gaat wildkamperen is onverwacht en dus leuk

‘Eigenlijk is elk plekje waar je gaat wildkamperen onverwacht, en dus leuk. Zelf ga ik iedere paar weken ergens in de Eifel of Ardennen kamperen, gewoon om even eruit te zijn. De wat langere vakanties trek ik vaak naar een bergketen of wil - dernis die verder weg ligt. In 2015 heb ik de Dinarische Alpen van Kroatië verkend, waaronder de nationale parken Sjeverni Velebit en Paklenica, en daar was ik enigszins onverwacht erg van onder de indruk. In 2016 staat het noorden van Scandinavië op de planning.

Maar eigenlijk is alles mooi. Waar je ook heen gaat, je weet van tevoren nooit waar je precies terecht gaat komen, want je wandelt ergens en denkt op een gegeven moment, dit is een fijn plekje met een mooi uitzicht, hier ga ik mijn tent opzetten! Op deze manier ben ik enorm verrast door onder andere het Zwarte Woud in Duitsland en de Vaucluse in Frankrijk.

Maar het met voorsprong beste wildkampeergebied ter wereld is in mijn ogen de Sierra Nevada in Californië. De wildernis die je hier aantreft is onovertroffen. Van Lake Tahoe tot Sequoia en van Yosemite tot Mount Whitney − álles is hier puur natuur. Er leven verschillende beersoorten, ratelslangen, wolven en poema’s, dus het wildkamperen hier is niet voor beginners. Maar durf jij het aan, dan gaat er een wereld voor je open. Het is niet voor niets dat de Pacific Crest Trail, onder hikers bekend als de mooiste langeafstandswandeling ter wereld, dwars door dit hooggebergte trekt. Iets dichter bij huis zijn de Alpen overigens een waanzinnig alternatief. Met name het Zwitserse hooggebergte is oogstrelend en het overnachten tussen de alpenkoeien is een ervaring die iedere outdoorliefhebber meegemaakt moet hebben.’


'Je weet nooit precies waar je terecht gaat komen' (Foto: Sarah Marquis)

6. Hoe langer je weg bent, hoe bijzonderder de trip

‘Hoe meer je reist, hoe meer je meemaakt. En hoe langer je weg bent, hoe bijzonderder alles wordt. Tijdens mijn wandelingen heb ik zo veel mooie dingen meegemaakt, zoals een zeeschildpad die vijf meter bij mij vandaan het strand op kroop en haar eitjes daar legde. Het zand dat zij wegschoof om haar gat te graven, kwam in mijn gezicht!

In West-Australië heb ik tijdens een zomerse hike in Kennedy Range National Park een gestrande reiziger gered. Haar auto had het midden in de woestijn begeven en ze zat al twee dagen zonder eten, drinken of gsm-ontvangst. Ik heb nog nooit iemand zo van water zien genieten. Daarnaast geeft het beklimmen van een bergtop altijd een onbeschrijflijk gevoel, met name wanneer je er een zonsopkomst of zonsondergang ziet. Maar dan het liefst wel helemaal alleen, en niet met tweehonderd toeristen naast je.

De eerste keer dat ik in de bergen door noodweer werd verrast, is mij ook altijd bijgebleven, net als die keer dat ik dacht dat het slim was om een klein stukje van het wandelpad af te snijden, om vervolgens compleet te verdwalen. Op het moment zelf erg vervelend, maar later mooi op terug te kijken, helemaal omdat ik ervan leer.’

Nog meer wildkampeerinspiratie opdoen? Leestip: The Great Wide Open, gestalten.com.