Ontmoet: de laatste koppensnellers van India image
Lkoedam

Ontmoet: de laatste koppensnellers van India

Hij geeft ze nog twintig jaar. Dan hebben de Konyaks volgens fotograaf Peter Bos geen eigen stammencultuur meer. Het geïsoleerde volk in India, dat mensen onthoofdt en daarmee indrukwekkende gezichtstatoeages verdient, dreigt zelf uit te sterven.


Dansers in traditionele kledij, bedwelmd door rijstbier (Foto: Peter Bos)

Columbus-abonnees hebben bij ons een streepje voor. Wij geven 2 gesigneerde fotoboeken over de Konyaks weg! Kijk op columbustravel.nl/win, vul je abonneenummer in en maak kans!

In Nagaland, het uiterste noordoosten van India, leven de Konyaks. In dit relatief geïsoleerde gebied zijn de Konyaks misschien wel het best bewaarde geheim. Een teruggetrokken stam met een tatoeagecultuur en een nogal lugubere traditie; de Konyaks waren tot voor kort koppensnellers. Headhunters in de letterlijkste zin van het woord. Bos (@studiopeterbos) legde hun cultuur vast in het fotoboek The Konyaks: Last of the tattooed Headhunters.

'Je denkt eerst, headhunters, dat zijn gruwelijke gevallen! Het is duivels! Het is wreed! Maar het koppensnellen had een reden', zegt Bos. 'De Konyaks geloofden in de soul force, de kracht van de ziel en van het leven, die volgens hen in het hoofd zit. Heb je dat afgehakte hoofd eenmaal gezuiverd, letterlijk ontdaan van huid en haar, dan geeft dat kracht en voorspoed. Het gaat dus om de schedel. Die brengt gezondheid voor heel het dorp, of een goede oogst voor het aankomende jaar. Ze geloofden heilig in die manier van leven.’

En de tatoeages?

‘Ben je Konyak, dan heb je sowieso een tatoeage. Of je nou man of vrouw bent. De tattoos maken in de eerste plaats onderscheid tussen kinderen en volwassenen. Zonder tatoeage kun je een volgende levensfase eigenlijk niet bereiken. Laat staan waar je heengaat na de dood. Een tatoeage slaat dus ook op het geloof in een hiernamaals.


Tahyem, 88 jaar oud, uit Hungphoi (Foto: Peter Bos)

Voor gezichtstatoeages gelden, of beter gezegd gólden, andere regels. De inktpatronen in het gezicht of in de nek waren exclusief weggelegd voor de krijgers die een hoofd mee terugnamen of aan zo’n koppenrolcampagne hadden deelgenomen. Van alles wat de Konyaks konden bereiken in het leven was het snellen van een kop het summum. Hoe meer onthoofdingen, hoe belangrijker je was, hoe meer vrouwen je kon uitzoeken en hoe meer je bereikte. De nektatoeages waren weggelegd voor de écht grotere krijgers. Een man heeft mij verteld dat zijn overgrootvader een Angh was, een opperbaas, die zo’n machtige krijger was, dat-ie op een gegeven moment geen ruimte meer had voor meer tattoos. Zo is hij bij een penistattoo uitgekomen. Een grotere krijger dan deze Angh is er niet geweest.’

Bos spreekt veel in de verleden tijd. Deze manier van leven van de Konyaks wordt nauwelijks meer gepraktiseerd. Ze zijn sterk beïnvloed door modernisering en met name door de kerk, die de rituelen van de Konyaks verwerpt. De oudste generatie Konyaks is de laatste generatie volgetatoëerde krijgers; een cultuur dreigt met uitsterving. Omdat hun geschiedenis en kennis vooral mondeling wordt overgedragen, wil Bos deze in beeld vastleggen. Voordat het te laat is.


Een Konyak vrouw stampt op klei om er potten van te maken (Foto: Peter Bos)


Longtung, 81 jaar oud, uit het dorp Longwa Wasa (Foto: Peter Bos)


Penji Shakam, 97 jaar oud, uit Longwa (Foto: Peter Bos)