De temperatuur in Oostenrijk wordt met name bepaald door de hoogte waarop je je bevindt. In de zomer ligt de temperatuur in de dalen tussen de 20 en 24 graden, en hogerop tussen de 0 en 4 graden. De zuidkant van de Alpen is substantieel warmer dan de noordelijke kant. Los van het skiseizoen, is de beste reistijd mei en september. 

Weer in Tirol 

De Adelaarsweg – een aaneenschakeling van boerenpaadjes, bosbouwwegen, bergbeklimmersroutes en oude Romeinse wegen – is een van de bekendste langeafstandsroutes in Tirol. Handig is dat de route is ingedeeld in 24 behapbare etappes, van slaapplek naar slaapplek. Draai jij je hand niet om voor deze langeafstandswandeling? Omcirkel dan de maand september in je agenda. Dan zijn de vakanties voorbij, is het niet meer zo heet en is er minder kans op onweer dan in de hoogzomer. Je kunt de Adelaarsweg normaal gesproken lopen vanaf begin juli, als de sneeuw gesmolten is en er nog overal alpenbloemen groeien, tot half september. Augustus is de drukste maand. 

Weer in Zuidwest Oostenrijk

Hohe Tauern – het grootste nationale park van Europa búíten Scandinavië – is een langgerekt bergmassief dat verspreid ligt over meerdere deelstaten (Karinthië, Salzburg en Tirol). Het mag dan ook met recht het dak van Oostenrijk worden genoemd. Dit deel van de Centrale Alpen vormt een klimaatscheiding: aan de noordzijde valt er tot tweemaal zo veel neerslag dan aan de zuidkant. Het stabielste weer met de helderste lucht heb je er van midden september tot begin oktober. Het bergwandelseizoen begint half juni, wanneer ook de berghutten opengaan. Deze huisjes sluiten weer in de tweede helft van september, afhankelijk van hoe hoog ze liggen. Op de hogere passen ligt er vaak nog sneeuw tot diep in juli. 

Weer in Noordoost Oostenrijk

Ga je voor de warmste temperatuur en de meeste zon, bezoek Wenen en omgeving dan in juni. Maar de winter is ook bijzonder – het is er dan betoverend wit gekleurd en met name Wenen is het toneel van traditionele bals en kerstconcerten.