Oostenrijk

Reisgids

Reistips

Nieuws

Beste reistijd

Regio's en steden

Foto's

Praktisch

Oostenrijk image

Oostenrijk

Oostenrijk
Europa
Lione Kolsteren

Impressie van Patagonie, deel 1

Dit is het eerste deel van een impressie van onze Patagoniereis (december 2007-januari 2008) in 4 delen. Het is geen letterlijk reisverslag, maar -zoals gezegd- een impressie. Hopelijk vinden jullie het de moeite waard.
Kerstmis in Santiago. Het zou de titel van een boek of een film kunnen zijn, maar dat is het in dit geval niet. Het schiet door me heen, als we vandaag, 25 december, over de westelijke invalsweg de hoofdstad van Chili in rijden. Het is zonnig, lekker warm en het is niet al te druk op straat. De stad, het kloppende hart van Chili, metropool met 10 miljoen mensen, oogt erg rustig. Als we ’s middags door de “hippe” wijk Bellavista naar de Cerro San Cristobal slenteren, wordt het wat drukker. Met een tandradbaan de Cerro (heuvel) op, vanwaar je de stad in de luwte van de Andes uitgestrekt ziet liggen. Het is een echt gezinsuitje naar boven op deze zomerse zondagmiddag. Bij het Mariabeeld dat boven op de heuvel over de stad uitziet is het gezellig druk met families. Van de Kerstsfeer is niet veel te merken. Maria verandert daar niet veel aan.
Lang blijven we niet in deze wat Zuid-Europees aandoende stad. Het is immers geen reisdoel, maar een startpunt. We gaan een denkbeeldige V maken op de landkaart van Zuid-Amerika: eerst vanaf Santiago naar beneden, dwars door Patagonië naar Vuurland, het “einde van de wereld”, en dan weer naar boven naar Buenos Aires. Vier weken lang duizenden kilometers maken door dit onmetelijke gebied. De eerste moet maar zo snel mogelijk gemaakt worden!
De volgende dag met de bus alvast die eerste kilometers en er volgen vandaag nog zo’n 800. Bestemming is Pucon, en dan zullen we nog pas halverwege dit langgerekte “schoenveterland” zijn. Het openbaar vervoer in Chili is efficiënt, goedkoop en comfortabel. Het gaat economisch goed in Chili en dat is te zien. Het land doet Europees aan, is relatief welvarend te noemen, maar is toch onmiskenbaar Zuid-Amerikaans. Een mooie mix! Tegen de avond bereiken we Auracania, genoemd naar de wat vreemd maar exotisch ogende Auracaniaboom. Het is een gebied dat deels door Europese immigranten in cultuur is gebracht, maar grote delen zijn nog ongerept. Watervallen, meren, dicht begroeide bossen, wilde rivieren, vulkanen: het is er allemaal en in overvloed. Pucon is een echte vakantieplaats voor de Chilenen zelf: een prettig stadje aan het Villaricameer, dat “gevaarlijk” dicht tegen de vulkaan met dezelfde naam aan ligt. Het aantal mogelijkheden voor outdoor activiteiten is ontelbaar: zo is voor rafters en kajakkers dit gebied een waar walhalla. Wij besluiten de volgende dag maar een dagje te relaxen bij een van de vele thermale baden die te vinden zijn op de hellingen van de Andes. Relaxen in een prachtige bergachtige omgeving: het is net geen Elysium of Zwaluwhoeve, maar ze hebben het hier prima voor elkaar. Op de terugweg naar Pucon komt de vulkaan eindelijk uit de mist: 2840 meter hoog, en met de top nog prachtig met sneeuw bedekt is hij zeker imposant te noemen. De vulkaan kan, onder begeleiding en als het weer het toelaat, worden beklommen; een pittige tocht.
De rit van Pucon dwars over de Andespassen naar de “andere kant” (Argentinië) is een spectaculaire rit. Iedere bocht levert weer een prachtig vergezicht op. De lupines staan langs de kant van de weg volop in bloei, bergbeekjes klateren naar beneden, voor ons verheffen de machtige bergen zich en ik hoor ergens in mijn hoofd de melodie van El Condor Pasa klinken. Ik krijg een overweldigend gevoel, zo rijdend door de Andes, en het zal niet de laatste keer blijken te zijn.
Bariloche, onze volgende verblijfplaats, is het outdoorcentrum van Argentinië: raften, mountainbiken, skieën in de winter, het gebied rondom deze stad leent zich er uitstekend voor. We maken een tocht langs en over een van de zeven meren en dat levert keer op keer fraaie uitzichten op. En de stad staat bekend om zijn chocolade, ja het heeft inderdaad wat van Zwitserland weg allemaal. De stad zelf, met 80.000 inwoners, is erg toeristisch. De vakanties zijn zojuist begonnen en dat levert de gebruikelijke drukte op. Eenmaal buiten de stad vind je van die drukte niets meer terug, en heb je, zoals overal hier, de natuur voor je alleen. Het weer hier is wat minder: bewolkt en een felle wind, en zeker op het meer is het koud te noemen.
Van Bariloche gaat het eerst zuidwaarts tot aan Esquel en dan naar de Atlantische kust. Dat betekent de pampa oversteken: die dorre droge vlakte waar urenlang niets aan het uitzicht verandert. De verlatenheid van dit gebied is immens. Je komt bijna niets en niemand tegen, 600 kilometer lang. Dit is een oneindige vlakte waar alleen maar de horizon lijkt te verschuiven zonder dat er iets verandert. Het is het begin van Patagonië.
Patagonië. Leeg, woest en onmetelijk land. De eeuwige wind die blaast. Een landsdeel dat veel Argentijnen niet als interessant beschouwden, want wie kan en wil daar nu leven? Toch begonnen halverwege de 19e eeuw de immigranten toe te stromen, er was immers ruimte genoeg in dit “nieuwe land”. Veel verder dan schapenteelt kwam het niet, het vrijwel enige dat hier mogelijk was. Nog altijd wonen er relatief weinig mensen. Degenen die er wel wonen zijn gehard, het is ook het land van de echte gauchocultuur. Patagonië, het sprak en het spreekt nog steeds tot de verbeelding. De laatste jaren is Patagonië vooral toeristisch in opkomst. Veel mensen maken de reis van Noord naar Zuid deels door de lucht; de afstanden zijn te groot, het land te eentonig. Onze route naar het zuiden legt elke kilometer over de weg af. Het besef dat dit land oneindig en ongetemd is willen wij bewust opdoen. Toeristisch gezien zijn het vooral de grenzen van Patagonië die erg aantrekkelijk zijn: de westkant, tegen de Andes aan, met zijn vele natuurparken, bergen en ijsvlaktes. De oostkant kent een fraai maar droog typisch kustlandschap met mooi gekleurde steile kliffen die in zee aflopen, waar vooral de zeedieren opvallen.