Gelderland

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Gelderland image

RIP Geoffrey...

Gelderland
Nederland
Lemurgirl

RIP Geoffrey...

Verbijsterd en intens verdrietig... Zo zou je het beste het gevoel kunnen omschrijven van mijn collega's en van mij. Want Geoffrey, onze Sjefke, is niet meer. Geweld maakte abrupt een eind aan zijn leven.

Al jaren leven er in ons park slingerapen, of -zoals wij ze noemen- slingers. Ontzettende mutsen die enorm van knuffelen, spelen en aandacht houden. Vooral de oude garde is onverbeterlijk. Zoals Felice. Elke ochtend komt ze je groeten en duwt ze haar dikke buik tegen het gaas om pas weg te gaan wanneer je uitgebreid hebt gekriebeld. En Flo. Flotepetootje, noem ik haar. Een oud besje. Zij steekt altijd haar handjes door het gaas om vervolgens voorzichtig je gezicht vast te pakken terwijl ze zachte groetgeluidjes maakt. En gekke Pepi, oude dame nummer twee en met haar 45 jaar één van de oudste slingers in gevangenschap. Wanneer je haar over het eiland ziet wandelen, zou je denken dat ze dronken is. De lange staart, die slingers als vijfde hand gebruiken en dus eigenlijk altijd iets mee vast pakken, rust bij haar altijd standaard opgekruld... op haar hoofd! En de Whoepster. Officieel heet ze Whoopie. Zij wacht rustig haar beurt af om je gedag te komen zeggen en vindt het erg leuk om te spelen.
Geen oude garde, maar wel volwassen zijn de zusjes Lola en Lilly. Zij zijn wat afstandelijker en gaan meestal hun eigen gang. Bovendien heeft Lilly het nu druk met de opvoeding van de jongste van de groep, Diez (geboren op 10-10-'10, vandaar deze naam).
En dan de jonkies. Guapi, Moa, Yamundi en kleine Timmetje (Timbiqui). Juist wanneer je even niet oplet, hangen zij ineens breeduit lachend voor je neus in de hoop dat ze je tot een spelletje 'trekken en sjorren' kunnen verleiden. Wat natuurlijk altijd lukt. Van Timmetje hebben we lange tijd gedacht dat het een meisje is. Bij kleine slingertjes is het namelijk erg moeilijk om dat kleine roze frummeltje, wat onder de staart zit, te determineren: is het een piemeltje of -plat Hollands gezegd- een prutje? Toen we Timmetje ineens naar voren zagen plassen, was het duidelijk dat we ons vergist hadden....
Behalve Timmetje hebben we ook nog twee volwassen kerels. Santos, een jonge vent, die het soms best moeilijk heeft bij de vrouwtjes, maar toch de vader is van al het jonge grut.

En natuurlijk Sjefke. Iedereen kende Geoffrey en Geoffrey kende iedereen. Bij elke groene trui die hij voorbij zag komen, stond hij op en neer te springen op één van de plateaus en te groeten op zijn slingeraaps. "Joehoe! Ik ben hie-ier!! Halloooo!" En wanneer hij die groene trui ook daadwerkelijk kende, wist hij niet van ophouden. Wanneer je 's ochtends je hoofd om de hoek van de deur stak, was Sjefke de eerste die zat te hinniken, want zo klinken groet-geluiden van slingers nu eenmaal. Zijn handje door het gaas en zijn koppie er tegenaan. De hint was altijd heel duidelijk: hij wilde aandacht. Het liefst de hele dag. En nu is hij er niet meer.... Ongelofelijk.

Terwijl ik bij de bonobo's bezig ben, krijg ik een telefoontje. Ze hebben met spoed dekens nodig, want "Geoffrey is ontzettend gegrepen en hij moet nu naar de dierenarts!". Ik schiet in mijn jas en in mijn schoenen, welke ik beide vergeet vast te maken en ren met dekens naar het slingerapenverblijf.
Wat ik daar aantref, zou zo in een horrorfilm passen. In de loop van alle jaren als dierverzorger heb je natuurlijk wel het nodige aan verwondingen gezien, maar dit slaat alles! Het gezicht van Geoffrey lijkt wel verdwenen en heeft plaats gemaakt voor één grote bloederige massa. Ik zie nog net zijn kraaloogjes en mijn maag keert zich bijna op.
Mijn collega die hem heeft gevonden, heeft hem al apart zitten in een kooi, maar hij moet de tunnel in. In de tunnels die van kooi naar kooi lopen, zit een speciaal stuk, wat we af kunnen sluiten en vervolgens uit de tunnel kunnen halen. Dit betekent dat we dieren niet met een net hoeven te vangen, maar gewoon in dit stuk tunnel laten lopen. Met z'n 3-en staan we onder de tunnel: "Kom maar, Geoffrey, kom maar, jongen"...... Voorzichtig schuifelt hij de tunnel in. Alsof hij in de gaten heeft dat wij hem kunnen helpen. Eenmaal in het speciale tunnelstuk gaan 2 collega's met Geoffrey naar de dierenarts. Ik blijf achter met een andere collega. Wij maken snel een kooi schoon en doen er een dikke laag houtvezel in, zodat hij daar straks lekker kan uitslapen. Maar in ons achterhoofd knippert een enorme rode lamp. We kijken elkaar aan.... zou hij wel mee terug komen?
Het duurt niet lang voordat we het gevreesde telefoontje krijgen. Geoffrey is er ernstig aan toe; behalve de heftige verwonding aan zijn gezicht, heeft hij ook een wond aan zijn hals. Zijn luchtpijp is kapot gebeten en diverse spieren zijn afgebeten. De beide collega's kijken elkaar over de operatietafel aan en hebben vrede met de beslissing die dan genomen wordt: de dierenarts laat Geoffrey inslapen.

Over het hoe en waarom tasten we in het duister. We vermoeden dat beide zusjes er iets mee te maken hebben, maar waarom hij zo toegetakeld is, zal altijd een vraag blijven. Dit is geen afstraffing meer, maar een moordpartij. Er is gebeten om te doden.
Wanneer de dag zijn gewone gang weer gaat -voor zover dat mogelijk is- ga ik weer terug naar de bonobo's. Iedereen houdt zich groot, maar is verbijsterd. Omdat ik het gebeurde kwijt wil, stuur ik manlief een sms-je. Zijn reactie bestaat uit slechts twee woorden, maar deze twee woorden zorgen ervoor dat dikke tranen over mijn wangen biggelen: "Ach, gossie....".

Inmiddels zijn we een dag verder en is het redelijk rustig bij de slingers. Santos, het maatje van Sjefke, is nog wel de kluts kwijt. Hij heeft lopen zoeken om zijn vriend en nog een poosje lopen roepen vandaag, maar Sjefke kwam niet...
Collega's van andere afdelingen leven met ons mee, maar het verlies is plots en doet ontzettend pijn. Soms heb ik een k...vak!

Lieve Sjefke.... Rust in vrede.