Phare d’Eckmuhl, de toren vanaf waar deze foto is genomen, is maar liefst 65 meter hoog en volledig bekostigd door de markiezin van Blocqueville, dochter van de prins van Eckmuhl. Dat zie je terug; de toren uit 1897 is gebouwd met Kersantonsteen, de trapleuningen zijn gemaakt van gepolijst brons, de wanden betegeld met opaalglas. In totaal vind je 59 van deze gebouwen langs de Franse kust om het scheepsverkeer veilig door de wateren te loodsen. In de verte liggen kleine rotseilanden. Op sommige staan eenzame oude vuurtorens, die tot 2010 nog met brandende olie werden verlicht door eenzame gardiens die er afwisselend twee weken op verbleven alvorens weer aan vasteland te gaan.

Claude Monet schilderde zijn beroemde schilderij Les Aiguilles de Port-Coton aan de westkust van Belle-Île-en-Mer, een eiland voor de kust van Bretagne. De aiguilles (rotspiramiden) rijzen ter hoogte van Port-Coton op uit het water. Vooral laat in de middag, bij een laaghangende zon, is de sfeer hier betoverend en romantisch.

Lyon is de tweede stad van Frankrijk maar in alles eersteklas – de architectuur, de restaurants, het culturele aanbod en de uitgaansscene kunnen zich meten met Parijs. Maar dan zonder de toeristenmassa en drukte van de hoofdstad. Als je slechts tijd hebt om op één plek in Lyon uit te gaan, klop dan aan bij Le Sucre. Deze oude suikerfabriek is uitgegroeid tot de belangrijkste club van de stad. Het programma is divers: van techno tot Amerikaanse indiebands.

In het regionaal park Massif des Bauges, een weinig bekend gebied aan de westkant van de Franse Alpen, duikt tussen de bergen ineens het Château des Allues op. Na jaren ploeteren gaven eigenaren Stéphane Vanderville en Didier Lhostis dit totaal verwaarloosde landhuis zijn oorspronkelijke allure terug, inclusief antieke apotheekkast en hemelbedden. In het pension is het heerlijk toeven, zeker op het terras in het zonnetje met uitzicht op besneeuwde pieken, maar er is een bijzondere reden om de tocht te maken: de moestuin die een groot deel van het terrein beslaat en het menu van het chateau inspireert.

Op de flank van de berg Monné, op zo’n duizend meter hoogte, ligt de schapenboerderij La Vie d’Estive. Een bezoek is vooral leuk in het voorjaar, als je met de schapenkudde de jaarlijkse tocht naar de bergweiden kunt maken en blijft logeren in een berghut. Je helpt bij het hooien, het scheren en het verzorgen van de lammeren terwijl de patou (Pyrenese berghond) van herders Yann en Cedric een oogje in het zeil houdt.

Op de Pic du Midi de Bigorre, die je bereikt met de kabelbaan vanuit La Mongie, staat niet alleen een skistation, maar ook een observatorium. In de kamer waar vroeger onderzoekers sliepen staan nu hoge bedden van waaruit je de sterrenhemel kunt zien. Ook doen? De ervaring is beschikbaar voor groepen van maximaal 25, op reservering, en onder voorbehoud van de weersomstandigheden.

Wil je op een bijzondere wijze kennismaken met Parijs, zonder dat je urenlang in de rij hoeft te staan voor toegangskaartjes? Of de Lichtstad herontdekken en in een nieuw licht zien? Stap op de motor! Julien, mede-eigenaar van Retro Tour, heeft twaalf Ural-motoren uit de Sovet-Unie in zijn bezit en biedt er verschillende stadstours mee aan. Je kunt achterop zitten of in een zijspan. Helm met racestrepen vastgespen en gaan! Op de Great Escape-tour (€ 169; 90 min) neemt Julien of een andere motormuis je mee door de smalle steegjes van het Quartier Latin of de Montmartre. De route voor de nachtelijke Retro by Night-tour (€ 209; 90 min) stippel je juist zelf uit. Wij kiezen voor de ‘standaard’ Retro Classic-tour (€ 89, 40 min), langs de Arc, Eiffeltoren en Dôme des Invalides. Toptip: als je het entreegeld voor de Arc, Eiffeltoren en Dôme (voor twee personen) optelt, heb je exact genoeg voor de Retro Classic Tour!

Vanaf de bergpas Col de Coupé klimt een bosweg richting de 1023 meter hoge Col de Couradabat. Rijd verder omhoog na de waterval Cascade du Pountil, ga het wildrooster over en open het hek. Aanvankelijk zie je open grasvlaktes met grazende paarden en koeien. Daarna gaat een wildernis met bergen en rotspartijen voor je open. Ga eerst dit gebied in met de auto en stippel dan je wandelroute uit. Je kunt hier ook uren rondrijden.

Zet een oesterproeverij bovenaan je Ré-bucketlist. De oesters zijn immers iconisch voor het eiland en worden getipt als de beste ter wereld. Ga voor het proeven van oesters (slurpen verplicht) niet naar een van de vele visrestaurants die het eiland rijk is maar verorber ze verser dan vers rechtstreeks bij de oesterkweker zelf. Volg daarvoor de borden met dégustation (proeverij) betekent, en verorber de zeevruchten te midden van de kwelder. De meeste cabanes (hutjes) van oesterkwekers vind je aan de noordzijde van het eiland en zijn alleen bereikbaar met de fiets of lopend. Onze aanraders: Les huitres de Trousse Chemise in Les Portes en Ré en La cabane du Feneau in La Couarde-sur-mer.

Hoewel Corsica een wandelparadijs is, kun je er ook fantastisch roadtrippen. Langs de D155 tref je bijvoorbeeld een aaneenschakeling van verlaten strandjes aan, waaronder onze favoriet: Plage Argentée. De weg loopt verder over een schiereiland. Op het uiterste puntje, op Capo di Muro, staat één van de Genuese wachttorens. Verder landinwaarts, in de buurt van Quenza, kun je de auto parkeren en naar bergriviertjes en -meertjes, canyons en watervallen klauteren. Eén ding is zeker: een roadtrip op Corsica verveelt nooit.