Kathmandu

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Kathmandu image

Cultuur in de Nepalese hoofdstad

Kathmandu
Nepal
RoyanvanVelse

Cultuur in de Nepalese hoofdstad

Onze laatste dagen in Nepal brengen we door in Kathmandu en omgeving. Er wordt volop gebouwd aan de ontwikkeling van het land. Niet zo heel lang geleden was er nog niet eens een wegennet. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog had Adolf Hitler een Mercedes Benz geschonken aan koning Tribhuvan van Nepal. Omdat er geen fatsoenlijke wegen waren duurde het dagenlang voordat het geschenk van de zuidelijke plateaus aankwam in de hoofdstad. Hitler probeerde hiermee de gunsten van de koning te winnen zodat de Ghurka’s niet voor de Britten tegen Duitsland zouden vechten. De Ghurka’s vochten uiteindelijk wel aan de zijde van de geallieerden en de koning heeft tot aan zijn dood in 1955 in de zeldzame auto rondgereden.

In Kathmandu snuiven we nog wat cultuur op. We beklimmen de lange trappen van de Swayambunath , oftewel de apentempel. Overal zitten wilde apen. Ze doen niets maar hebben wel bezit genomen van de plaats. Naast de tempel staan kleine stupa’s en er worden veel kleine offers gebracht. We gaan vandaar door naar het stadscentrum, Durbar Square, en bezoeken de tempel van de levende godin, de Kumari. De levende godin woont in het lichaam van een jong meisje dat hiervoor wordt geselecteerd. Ze wordt dan omstreeks haar vijfde levensjaar bij haar familie weggehaald en mag zelf niets meer. Haar familie mag haar nog wel verzorgen. Heel af en toe verschijnt ze in het openbaar, zwaar opgemaakt, maar meer dan verschijnen mag ze niet. Op de dag dat zij voor het eerst menstrueert raakt zij haar diviene status kwijt en komt er een nieuwe levende godin. Voor de Hindoes is het een eer, maar eigenlijk is het leven van het meisje na haar periode als levende godin kapot. Ze kan weliswaar terugkeren naar het normale leven maar normaal functioneren zit er niet meer in voor haar.

Langs de Bagmati-rivier zijn we op een ochtend getuigen van crematies. Langs het water liggen brandstapels waar de overledenen volgens Hindoe-traditie worden gecremeerd. Er zijn plaatsen aan het water voor de gewone mensen, een plaats voor notabelen en een plaats voor het koningshuis. Terwijl het lichaam op de stapel ligt zijn familie en vrienden aanwezig. Het ruikt er onmiskenbaar naar brandend mensenvlees, een geur die mij nooit meer los heeft gelaten sinds Rwanda. In tegenstelling tot bij het Boeddhisme waar gecremeerd wordt op een berg wordt in het Nepalees Hindoeïsme gecremeerd langs het water. Het cremeren hoort bij de cultuur alhier. Er wordt alleen niet gecremeerd wanneer de overledene lepra had, een zwangere vrouw was, een kind was, is overleden door een slangenbeet of als het een Hindoe-heremiet betreft. We kijken langdurig toe van enige afstand en ik stoor me aan die groepjes toeristen die luid pratend en lachend langslopen terwijl ze naar de brandende stapels kijken. Ze tonen jammer genoeg geen enkele vorm van respect voor de nabestaanden die afscheid nemen van hun dierbaren.

We brengen veel tijd door bij de grote, witte en indrukwekkende Boudhanath, een oude boeddhistische tempel. Het is een van de grootste stupa’s ter wereld en stamt uit de veertiende eeuw. De vele gebedsvlaggetjes die van de top naar de zijkanten reiken geven de stupa een feestelijk aspect. Eromheen staan gebouwen, tempels, winkels en de veelzijdigheid maakt het geheel aantrekkelijk voor alle bezoekers. Het is een uniek plekje in Kathmandu. (wordt vervolgd)