Java

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Java image

Onze eerste groepsrondreis

Java
Indonesië
Geervannesmeed

Onze eerste groepsrondreis

Jakarta - Bogor - Bandung; vrijdag 13 juli.

Om 7:00 uur staan we op, want het wordt vandaag een reis naar Bandung van 180 km, met allerlei tussenstops. Vannacht goed geslapen, maar dat is begrijpelijk na zo’n lange vlucht van gisteren. We maken als eerste een toer door Jakarta, een stad met meer dan 10 miljoen inwoners! We zien vele sloppenwijken (tenminste zo lijkt het), met overal kraampjes langs de weg. Je kunt er volgens Selma, onze reisleidster, werkelijk alles kopen; van onderbroek tot televisie. We rijden ook langs supermoderne kantoren. Het is overal een wirwar van mensen. Op de weg is het een nog grotere chaos dan we gisteren hebben gezien. Er zijn 6 rijbanen en alles rijdt maar wat door elkaar en langs elkaar. Vooral de bromfietsers met hun mondkapjes vallen op. Ze rijden op echte “uitlaatgasfabrieken”! Wat je hier ziet en ruikt is een luchtvervuiling, smog, zoals we nog nooit hebben meegemaakt.
In de verschillende stadsparken zien we tentenkampen met militairen. Dit natuurlijk in verband met aanstaande afzettingsprocedure van president Wahid. Het ziet er allemaal een beetje dreigend uit. Het is het beste om Jakarta snel te verlaten. Niet alleen vanwege Wahid, maar ook vanwege de drukte daar. Selma kletst en kletst maar door en overal heeft ze wel wat over te vertellen.

Gerard heeft nog gevraagd of er een mogelijkheid is om naar de militaire begraafplaats “Menteng Pouli” te gaan waar zijn oom begraven is. Deze was hier vanaf 21 oktober 1946 tijdens de politionele acties in Java als soldaat 1e klas. Hij diende bij de 3e infanterie brigade (3-3-14e RI; bewaking) van de 7 december divisie en is gesneuveld bij Tjibeber op 5 mei 1948. Deze plaats ligt ten zuiden van de weg Bogor- Bandung. Gezien het drukke dagprogramma was dat echter niet mogelijk. Jammer. Dat is nou een nadeel van een groepsreis; alles is strak gepland en er is dan geen tijd voor “eigen” wensen.

We rijden naar “Jakarta- Kota”, de oude Batavia stad, met in het oudste deel nog veel Nederlandse oud-koloniale gebouwen in verschillende architectuurstijlen en zelfs grachten en ophaalbruggen. Op de Grote Markt, nu het Fatahilla-plein, staat het voormalige Nederlands stadhuis uit 1710. We brengen een bezoek aan het Batavia café. Het café is nog steeds zo ingericht als in de vijftiger jaren. De muziek en talloze foto’s aan de muren herinneren nog aan deze periode.

Daarna gaan we naar de “Sunda Kelapa” haven. Dit is een oude haven waar met name tapiocameel en hout in- en uitgeladen worden op een manier zoals het bij ons 50 jaar geleden ook ging. Sterke kleine mannetjes dragen grote zakken meel of hout over heel smalle loopplankjes het dek op en af. De tijd lijkt wel stilgestaan te hebben. We zien “Makasar-schoeners” die vooral hout van Kalimantan naar Jakarta verschepen. Wat opvalt is dat je overal aangesproken wordt door verkopers die je van alles willen aanprijzen. We reageren hier echter nog niet op. Even de kat uit de boom kijken.

We rijden verder naar Bogor om daar “Kebun Raja Indonesia”, de botanische tuin, te bezichtigen. Bogor is het Nederlandse “Buitenzorg” dat door de Nederlanders is gesticht in 1745 en onder andere het zomerverblijf was van de Nederlandse gouverneur-generaal. Het was de plaats waar Nederlanders, militairen en burgers, naar toe gingen tijdens hun vrije dagen. Een grappig klein mannetje dat zich Tarzan noemt (haha) vertelt ons in sappig Nederlands over de prachtig aangelegde tuin met planten uit alle werelddelen. Hij laat zien hoe een palmvaren het water vasthoudt in de bladschede. Prachtig zijn ook de talloze vliegende honden (“vleerhonden” noemt Tarzan ze) die boven ons in een grote groep in de lucht cirkelen. De Javaanse kalong is 30 tot 40 cm, met een vleugelbreedte van ongeveer 1.50 m. Zijn lijf is roodbruin en de vleugels zwart. Ze hebben inderdaad een hondachtige of vosachtige kop. Het zijn vruchteneters en vandaar dat ze overdag op zoek gaan naar eten. Ze eten vooral ananas, vijgen,bessen, maar ook bloesems van bijvoorbeeld de mimosa. Dit in tegenstelling tot de gewone vleermuis die ’s nachts op insectenjacht gaat.
Er zit hoog in de bomen een aapje en een stel meiden wordt “bescheten” door zilverreigers die overal in de bomen zitten. Midden in het park ligt het prachtige Paleis, helemaal omgeven met water waarin prachtige bladeren van de Victoria Regia (reuzenwaterlelie) drijven. Ook zien we een klein kerkhofje waar Nederlanders liggen begraven.
We wandelen daarna even door Bogor en gaan naar een money-changer die volgens Selma te vertrouwen is.. We hebben namelijk nog niet eerder de kans gehad om geld om te wisselen. Ook onderweg worden we overal “lastiggevallen” door mensen die van alles proberen te verkopen. Selma zegt dat we voorzichtig moeten zijn met money-changers, omdat je nogal gauw afgezet kunt worden en als we inwisselen kunnen we ons dat ook voorstellen. Gerard gebruikt travellercheques en je krijgt me toch een massa geld! Onvoorstelbaar. Omgeteld krijg je ongeveer 1000 Rupiah voor fl 0,22. Voor $40 krijgen we 440.000 RP. Het past bijna niet in de beurs zoveel papier. Zo waan je je nog eens rijk!!!!

We stappen weer in de bus en rijden via de Puncak Pass (hoogte 1500 m), langs theevelden richting Bandung. Bandung is in 1810 uitgebouwd tot vakantie- en herstellingsoord en is lange tijd het hoofdkwartier van de KNIL geweest. Dit is ook de streek waar oom Bèr is geweest, o.a. in Cianjur en Cimahi. Prachtige omgeving. Onderweg lunchen we uitgebreid in een leuk restaurantje. We reizen halfpension en of we nu lunchen of dineren maakt geen verschil. Bij de grootste rivier van West Java; de “Bengawan Solo” (540 km lang), stoppen we even om te voet de brug over te gaan. Selma heeft ons gewaarschuwd voor de opdringerige kinderen die hier op af zullen komen. Iedereen van de groep heeft wel iets om uit te delen. Mia geeft handenvol ballonnen weg en Engelse drop. Ook kindmoeders bedelen om het hardst. Eigenlijk triest allemaal. Rond 19:00 uur komen we aan bij het “Sahid Topas Galeria hotel” in Bandung. Een sjiek hotel met een prachtige binnentuin.
Ook hier krijgen we een welkomstdrankje. Om 20:00 uur gaan we met zijn allen gezellig eten. Ed neemt eens voor de variatie een Wiener Schnitzel. Nou dat heeft hij geweten. Hij is de 2 daaropvolgende dagen dood- en doodziek. Uitkijken met eten is de boodschap. Er is een orkestje dat Nederlandse meezingers speelt en Gerard zingt “en plein public” de bekende meezinger “Daar bij die molen”. Na een gezellig praatje met de reisgenoten, gaan we naar bed, want we moeten er morgen weer vroeg uit.

Foto's

114f4.jpg
114f4.jpg
Geervannesmeed
09b87.jpg
09b87.jpg
Geervannesmeed
09b87.jpg
09b87.jpg
Geervannesmeed