Aan de Goudkust van Ghana zijn veel forten gebouwd die gebruikt werden door de slavenhandelaren als verzameldepot voor de slaven. Mensen uit de binnenlanden werden gevangen genomen en naar de kust gedreven. Bewoners van hele dorpen werden meegenomen om als slaaf te dienen.
Fort Elmina werd in 1482 gebouwd door de Portugezen en men noemde het fort São Jorge da Mina (St. George of the Mine). Oorspronkelijk was dit fort bedoeld voor de goudhandel, maar later werd het gebruikt als slavenfort. Langs de kust stonden wel 76 forten. De winstgevende slavenhandel en het goud zorgen er voor dat er steeds meer Europeanen naar de Goudkust reisden. Engelsen, Fransen, Zweden, Denen en Hollanders bouwden de forten en er ontstond een felle concurrentie en hierdoor wisselden de forten regelmatig van eigenaar. Fort Elmina werd in 1637 veroverd door de Nederlanders en bleef in Nederlandse handen tot het in 1871 aan de Engelsen werd verkocht.
In Fort Elmina stierven van de ongeveer driehonderd bewoners er jaarlijks ongeveer vijftig aan tropische ziekten en drankmisbruik. In het dorp Elmina komen nog steeds Nederlandse achternamen voor.