Cairo

Reisgids

Beste reistijd

Foto's

Praktisch

Cairo image

Koning van het zand (3)

Cairo
Egypte
RoyanvanVelse

Koning van het zand (3)

We moeten verder na het bezoek aan de Sfinx. Ik word uit m’n illusie gewekt, m’n utopie wordt verstoord en m’n werkelijkheid wordt niet begrepen. Ik draai me om, draai me weer eens om, terwijl we naar het busje lopen. De Sfinx verandert niet. Ik wel. Ik voel die rust. En daarom wil ik andere geschiedenissen over de Sfinx niet horen. Dat is de waarheid, de belevingswereld van anderen. Ik wil m’n eigen wereld beleven. En terwijl we weg rijden en ik nog een laatste glimp van deze koning opvang, droom ik door, mezelf zwerend hier ooit nog eens terug te komen om weer samen en één te zijn met deze godheid.

Zachtjes aan wordt het tijd om naar het hotel te gaan, het Pyramids Park Hotel in Cairo, waar we met z’n tweetjes kamer 875 krijgen toegewezen. Een suite, zo groot als voor een farao. Alle expeditieleden duiken hun kamer in, onder de douche of op bed, doodop van de reis en van de vele indrukken van woestijn en piramides. We hebben ruim twee uur de tijd voor het avondeten en ik vind het zonde om nu maar te gaan liggen. Ik heb m’n hele dood de tijd om te rusten vind ik. In het informatieboekje van het hotel lees ik met enthousiasme dat er ook een sauna in het hotel is en ik bedenk me geen moment. M’n vriendin wil niet mee maar alleen vind ik het ook prima.

De sauna is oud, ouderwets zelfs. Van de saunameester krijg ik grote handdoeken. Z’n Engels is slecht en ik kan hem maar nauwelijks verstaan maar hij stuurt me een gangetje in. Ik wil geen vergissingen maken en vraag hem of ik een zwembroek aan moet of niet. Hij haalt z’n schouders op, begrijpt het niet, ik ook niet, dus ik trek alles maar uit en knoop voor de zekerheid een handdoek om m’n middel, alvorens ik in m’n eentje een gangetje betreed.

En daar is de sauna. Een redelijk riante cabine van donker hout. Ik trek de deur open en er zitten nog een paar mensen binnen, een dame en twee heren. Duitse toeristen. Ze bedekken zichzelf enigszins. De damessauna is eigenlijk in een gangetje evenwijdig aan deze, maar samen besluiten we om hier maar een gemengde sauna van te maken, en we ontspannen. De faciliteiten zijn oud en ik weet eigenlijk niet eens of het wel schoon is. Ik kijk er niet naar omdat het me niet interesseert. Het bubbelbad is kapot en leeg en ook in het dompelbad zit geen water. Het zijn niet eens mankementen. Je accepteert het zoals het is omdat je zo ver van huis bent. En omdat je al zo gelukkig bent dat hier, tegen alle verwachtingen in, überhaupt een sauna is, inbegrepen bij de hotel overnachting.
Drie rondjes maak ik in dat zweethok, ontspannen en gelukkig op mijn manier. Een ouderwetse douche zorgt tussen twee rondes voor wat afkoeling en na afloop, wanneer ik de overige leden van het reisgezelschap weer aantref in de eetzaal, verklaren ze me voor gek. Maar ik voel me fitter dan zij.

‘s Avonds gaan de meesten vroeg naar bed, maar met z’n zessen besluiten we Caïro in te gaan. Slapen kan altijd nog. Ik wil de wereld zien. We stappen allemaal in een taxi, een oude Peugeot 404 station-car. Die auto wordt al sinds de jaren 70 niet meer geproduceerd maar hier rijden er nog voldoende van rond. De banken hebben geen vering meer of juist te veel en met een zelfverzekerde hoogmoed scheurt de chauffeur al toeterend door de stad. Gewoon laten gaan. Hij weet wat hij doet. Hij kent de stad, beter dan wij hem ooit zullen kennen, en hij zet ons af in de buurt van de Caïro Toren. En daar lopen we dan, bij nacht, in de grote stad. Nieuwsberichten maken steeds weer melding van geweld tegen buitenlandse toeristen en we lazen kort geleden nog over bloedige aanslagen. We merken er echter helemaal niets van. Er is relatief veel politie op straat maar we hebben een veilig gevoel wanneer we naar de toren wandelen.

We gaan naar boven, met de lift. En daar kijken we uit over de stad. De palmbomen beneden ons en de Nijl, die rivier die in al die geschiedschrijvingen uit het verre verleden wordt genoemd. Wanneer ik aan de Nijl dacht, had ik krokodillen, nijlpaarden en kleine sloepen voor ogen. Maar, nogmaals, dit is het moderne Egypte en hoezeer de Nijl ook tot mijn verbeelding spreekt, het blijft een rivier. De bron van de Nijl heb ik ooit in Rwanda mogen zien, en nu staar ik naar dezelfde rivier, groot geworden, duizenden kilometers verder, met hetzelfde water.

Boven op de toren is een restaurant en de tafels staan op een draaiplateau. We ontkomen er niet aan om daar wat te drinken. Langzaam en schokkend draait het restaurant rond de toren en je krijgt op deze manier de hele stad te zien. Caïro is bijzonder, zoals zo veel vreemde steden dat kunnen zijn (wordt vervolgd).