Zo vlieg je mee met een Australische postbode
De Outback is het Wilde Westen van Australië. Een vrijbuiter en part-time postbode vliegt je er naartoe.
Je voelt je hart bonzen als je over de dorre vlakte om je heen
tuurt. Je staat op een koeienboerderij ter grootte van België, in
de deelstaat
South Australia. Aan de ene kant torent een tientallen
metershoge muur van wervelende stof boven je uit, aan de andere
kant een zuil van regen en stormwind. Help, een orkaan! Is het wel
zo’n goed idee om juist nu het luchtruim te kiezen? Piloot Trevor
Wright ziet de angst in je ogen. ‘Niks geen orkaan, eerder een
ordinaire storm’, probeert hij je gerust te stellen. ‘Maar wel een
grote.’
Drie inwoners en een pub
Trevor is het enige ‘openbare vervoer’ dat voorhanden is. Gelukkig
heeft hij er al ruim dertig vliegjaren hier in de Outback van
South Australia op zitten. Zijn eenmotorige Cessna
210-propellorvliegtuigje, formaatje Fiat Panda, staat opgesteld aan
het begin van de landingsbaan om je naar zijn dorp te brengen. Wurm
je op een van de zes stoelen en even later vlieg je over een
betoverend landschap: een oneindige, lege vlakte waar enorme rode
stofwolken overheen rollen. Het licht van de ondergaande zon
schijnt er zachtjes doorheen. Tien minuten later land je veilig en
wel in William Creek. Het gehucht staat op de kaart maar heeft
slechts drie vaste inwoners: Trevor en het echtpaar dat de
plaatselijke pub runt. Aan alle kanten strekt de vlakte met dorre
struiken zich schijnbaar eindeloos uit; er is één stoffige weg naar
een paar ‘buurtgemeenten’ honderden kilometers verderop. Als je
hier medische hulp nodig hebt, moeten de Flying Doctors
uitrukken.
De postbode van de Outback
‘We zijn er’, kondigt Trevor aan. ‘No worries, mates.’ En
met een zachte bons brengt hij het vliegtuigje op zijn
privélandingsbaantje aan de grond. Home sweet home. Trevor
neemt je mee naar zijn huis, waar je zijn schaap ontmoet. Het dier,
dat hij liefkozend Dinner noemt, laat zich aaien en springt hotsend
en botsend achter je aan. Trevor woont hier al twintig jaar
schijnbaar zielsgelukkig. ‘Ik kwam naar
South Australia vanwege de uitdaging’, zegt hij. ‘De isolatie,
het stof, de hitte, de vliegen, de vrijheid. Die werken
verslavend.’ Op zijn achttiende vloog hij voor het eerst, op zijn
twintigste had hij zijn eerste vliegtuigje. Nu brengt hij in de
Outback Aboriginals naar hun kunstwerkplaatsen, mijnwerkers naar
hun schachten, de post naar afgelegen veeboerderijen en reizigers
waar ze maar heen willen. Ook verkoopt hij vluchten over vuurrode
zandheuvels en over Lake Eyre, het gigantische zoutmeer in zijn
‘achtertuin’.
Land van gelukszoekers
Niets unieks aan, zo blijkt al snel: in
South Australia vind je niet anders dan real
characters. De enige mensen die de hitte en isolatie van het
binnenland van de droogste staat van het droogste continent ter
wereld trotseren, zijn Aboriginals, een paar rebelse boeren en
excentrieke gelukszoekers. Hoewel goed beschouwd alle – van origine
Europese – Australiërs gelukszoekers zijn, vind je ze hier in de
overtreffende trap. Mensen komen hier met lege handen aan en
vertrekken als miljonair. Met dank aan de delfstoffen die onder de
woestijngrond ligt – nabij Roxby Downs ligt de grootste
uraniumvoorraad, de op één na grootste kopervoorraad en de op twee
na grootste goudvoorraad op aarde.
Leven in mijnschachten
Iets verderop ligt ook de ‘opaalhoofdstad van de wereld’, het
plaatsje
Coober Pedy met drieduizend inwoners en 45 verschillende
nationaliteiten. Daar kun je een rondleiding langs de verlaten
mijnschachten – twintig meter diepe, ronde, zwarte gaten zonder hek
– krijgen van Peter Rowe. Ook hij is postbode, maar dan te land, en
heeft vroeger gemijnd. Hij herinnert zich nog als de dag van gister
hoe hij in zijn tentje de hele nacht wakker lag van de bittere kou.
‘Het is maar goed dat ik geen vrouw had toen want we hadden maar
tweehonderd liter water per persoon per week. Lang niet genoeg om
te douchen, haha!’ Peter raakte alles kwijt omdat hij zijn
opbrengsten telkens weer in nieuwe, betere graafmachines stopte.
‘Het is een soort gokspel, maar het gaat niet om het geld. Je kunt
je niet voorstellen hoe het voelt om opaal te vinden. Er is niks
mooiers dan dat eerste moment dat je de ‘krak!’ hoort van brekend
glas en het in je hand valt.’ Hij leunt achterover, diep in
gedachten verzonken. ‘De way of life hier is uniek en
trekt mensen uit de hele wereld aan. Mensen met een tweede huis aan
de Middellandse Zee, die liever hier in the middle of
nowhere onder de grond wonen. Tuurlijk, ze gaan dáárheen voor
familie en vakantie. Maar hier is hun thuis.’